O PG E LET !
Gevaar voor materiële schade
door verkeerd gebruik van de
momentsleutel.
Waarborg dat u de
schroefbewerking na de activering
van de momentsleutel onmiddellijk
beëindigt.
3. Zet de momentsleutel op 20 % van
de maximale schaalwaarde.
4. Voer met deze instelling op het
beproevingsapparaat vijf metingen
uit. Controleer of de door het
beproevingsapparaat aangegeven
waarden niet meer dan 4,15 % groter
en niet meer dan 3,85 % kleiner zijn
dan de op de momentsleutel
ingestelde waarde.
5. Zet de momentsleutel op 60 % van
de maximale schaalwaarde.
6. Voer met deze instelling op het
momenttestapparaat vijf metingen
uit. Controleer of de door het
momenttestapparaat aangegeven
waarden niet meer dan 4,15 % groter
en niet meer dan 3,85 % kleiner zijn
dan de op de momentsleutel
ingestelde waarde.
7. Zet de momentsleutel op de
maximale schaalwaarde.
8. Voer met deze instelling op het
beproevingsapparaat vijf metingen
uit. Controleer of de door het
beproevingsapparaat aangegeven
waarden niet meer dan 4,15 % groter
en niet meer dan 3,85 % kleiner zijn
dan de op de momentsleutel
ingestelde waarde.
Blijken bij deze controle grotere
afwijkingen dan toegestaan, dan moet de
momentsleutel worden gejusteerd.
203