Italiano
USO DELLE VITI
PRECAUZIONE
M aneggiare la scatola delle viti e il nastro portaviti con
cura. Se li si fa cadere, le viti possono staccarsi dal nastro
causando problem i di avanzam ento delle viti.
Non esporre le viti alla luce solare diretta e non lasciarle
all'aria aperta per periodi prolungati. Esse possono
arrugginirsi e causare problem i con il nastro portaviti;
pertanto, quando si prevende di non usare le viti per un
certo periodo, riporle nella loro scatola o in un altro
contenitore sim ile.
M ANUTENZIONE E CONTROLLI
1. Ispezione della punta avvitatrice
L'uso di una punta avvitatrice consunta può essere
pericoloso, poichè essa tende a scivolare fuori dalla
scanalatura della testa della vite. Sostituitela con
una nuova.
2. Controllo delle viti di tenuta
Controllare regolarm ente tutte le viti di tenuta e
assicurarsi che siano debitam ente serrate.
Nel caso che una di queste viti dovesse allentarsi,
riserrarla im m ediatam ente. Se si om ette di farlo, si
può causare un grave incidente.
3. Pulizia dell'esterno dell'utensile
Se l'avvitatore autom atico è sporco, pulirlo con uno
straccio soffice, inum idito di acqua e sapone. Non
usare solventi cloridrici, benzina o diluenti per
benzina, in quanto potrebbero deform are la plastica.
4. Conservazione
Co n ser v ar e l ' av v i t at o r e au t o m at i co ad u n a
tem peratura inferiore ai 40°C e non a portata di
m ano di bam bini.
NOTA
A causa del continuo program m a di ricerca e sviluppo
della HITACHI, le caratteristiche riportate in questo foglio
so n o
so g g et t e cam b i am en t i
com unicaizione.
Informazioni riguardanti i rumori trasmessi dall'aria e le
vibrazioni
I valori m isurati sono stati determ inati in conform ità a
EN50144.
Il livello di pressione sonora pesato A tipico è di 93 dB
(A)
Il livello di potenza sonora pesato A tipico è di 106 dB (A)
Indossare protezioni per le orecchie.
Il valore efficace pesato tipico dell'accelerazione è di
10,5 m /s
2
ALGEM ENE VOORZORGSM AATREGELEN
sen za p r ev en t i v a
10.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
1.
De plaats w aar gew erkt w ordt schoonhouden. Niet
opgeruim de w erkplaatsen en w erkbanken verho-
gen het gevaar van ongelukken.
2.
Voorkom gevaarlijke situaties. Stel het apparaat
niet bloot aan regen of overm atige vochtigheid.
Gebruik het apparaat niet op plaatsen die over-
m atig dam pig zijn.
Zorg voor goede verlichting tijdens de w erkzaam -
heden.
Gebruik de boor en de acculader niet in de buurt
van brandbare of explosieve m aterialen.
Voorkom gebruik van de boor en acculader in de
buurt van brandbare vloeistoffen of gassen.
3.
Het gereedschap buiten het bereik van kinderen
houden. Bezoekers dienen een veilige afstand te
bew aren.
4.
Onbenodigd gereedschap en de acculader oprui-
m en. Wanneer het gereedschap en de acculader
niet gebruikt w orden, dienen deze op een hoog-
g el eg en o f af t e sl u i t en p l aat s t e w o r d en
opgeborgen. Het toestel en de acculader dienen
op een plaats te w orden opgeborgen w aar de
tem peratuur onder de 40°C is.
5.
Forceer het gereedschap niet. Bij norm ale draai-
snelheden levert het apparaat de beste prestaties.
6.
Gebruik het juiste gereedschap. Een klein hulpstuk
niet gebruiken voor w erkzaam heden w aarvoor een
groot verm ogen vereist is.
7.
Draag de juiste kleding. Geen loshangende kle-
ding of sierraden dragen, die vast kunnen raken
in bew egende delen. Rubberhandschoenen en
schoeisel zijn aanbevolen w anneer buiten gew erkt
w ordt.
8.
Gebruik van een veiligheidsbril is aanbevolen.
Ook een stofm asker of gezichtsbescherm ing is aan
te raden, vooral w anneer de w erkzaam heden stof
veroorzaken.
9.
Wees voorzichtig m et het snoer van de acculader.
Het toestel nooit aan het snoer dragen, en aan
het snoertrekkend uit het stopkontakt verw ijderen.
Bescherm het snoer tegen hitte, olie en scherpe
voorw erpen.
Veilig werken. Gebruik klemmen of een bankschroef
om het w erkstuk vast te zetten. Op deze w ijze
heeft u beide handen vrij om het gereedschap te
bedienen.
Buig niet te ver naar voren. Zorg er steeds voor
een goede houding om het evenw icht te bew aren.
Het gereedschap zorgvuldig onderhouden.
Houd de boren scherp en schoon zodat een goed
prestatieverm ogen m ogelijk is. Raadpleeg de
gebruiksaanw ijzing voor sm ering en verw isselen
van de hulpstukken.
Wanneer de acculader niet gebruikt w ordt of
gerepareerd w ordt, dient de stekker uit het
stopkontakt verw ijderd te w orden.
Verw ijder m oersleutels en andere sleutels. M aak
er een gew oonte van om alle sleutels te verw ij-
deren voordat het apparaat aangezet w ordt.
Onverw acht inschakelen verm ijden. Draag het
toestel niet m et de vinger aan de schakelaar.
Gebruik uitsluitend de bijbehorende acculader.
Gebruik geen andere acculaders om gevaar te
voorkom en.
Nederlands
32