• Montagemateriaal:
- 4 inbusschroeven
- 4 spanschijven
- 4 onderlegringen
- 4 moeren
• Gebruikshandleiding
4. Beoogd gebruik
De draaibank wordt uitsluitend gebruikt voor het be-
werken van hout met gebruik van beitels.
De ingespannen werkstukken worden gebruikt voor
het roteren, hierbij kunnen verschillende toerentallen
worden ingesteld. De werking van de bedieningson-
derdelen vindt u in de volgende beschrijvingen.
De machine voldoet aan de geldende EG-machine-
richtlijn.
• De veiligheids-, werk- en onderhoudsvoorschriften
van de fabrikant alsook de in de technische gege-
vens aangegeven afmetingen moeten in acht wor-
den genomen.
• De desbetreffende ongevallenpreventievoorschrif-
ten alsook de overige algemene erkende veiligheid-
stechnische voorschriften moeten in acht worden
genomen.
• De machine mag alleen door deskundige personen
worden gebruikt, onderhouden en worden gerepa-
reerd, die bekend zijn met deze werkzaamheden en
op de hoogte zijn van de gevaren. Zelf aangebrach-
te wijzigingen aan de machine sluiten een aanspra-
kelijkheid van de fabrikant voor hieruit voortvloei-
ende schade uit.
• De machine mag uitsluitend met de originele acces-
soires en originele gereedschappen van de fabri-
kant worden gebruikt.
• Ieder daarboven uitgaand gebruik geldt als niet vol-
gens de voorschriften. Voor hieruit voortvloeiende
schade kan de fabrikant niet aansprakelijk worden
gesteld, het risico hiervoor ligt volledig bij de ge-
bruiker.
Let erop dat onze apparaten volgens het beoogd ge-
bruik niet voor bedrijfsmatige, ambachtelijke of indus-
triële toepassingen zijn ontworpen. Wij aanvaarden
geen aansprakelijkheid wanneer het apparaat in be-
drijfsmatige, ambachtelijke of industriële ondernemin-
gen of bij soortgelijke werkzaamheden wordt ingezet.
60 | NL
5. Belangrijke aanwijzingen
Let op! Bij gebruik van elektrische apparaten dient u
de volgende fundamentele veiligheidsmaatregelen te
nemen ter bescherming tegen elektrische schokken,
letsel en brandgevaar. Lees alle voorschriften alvorens
deze machine te gebruiken en bewaar de veiligheids-
voorschriften.
Veilig werken
1.
Hou u uw werkplaats netjes
– Wanorde op uw werkplaats leidt tot gevaar voor
ongelukken.
2.
Hou rekening met de omgevingsinvloeden
– Stel elektrisch materieel niet bloot aan de regen.
– Gebruik elektrisch materieel niet in vochtige of
natte omgeving.
– Zorg voor een goede verlichting.
– Gebruik elektrisch materieel niet in de buurt van
brandbare vloeistoffen of gassen.
3.
Bescherm u tegen elektrische schok
– Vermijd lichamelijk contact met geaarde delen,
b.v. buizen, radiatoren, fornuizen, koelkasten.
4.
Buiten bereik van personen houden.
– Laat andere personen, met name kinderen, het
elektrische gereedschap of de kabel niet aanra-
ken. Let op dat deze personen buiten de werkzone
verblijven.
5.
Bewaar uw gereedschappen op een veilige plaats
– Niet gebruikte gereedschappen moeten in een
droge gesloten ruimte buiten bereik van kinderen
worden bewaard.
6.
Overbelast uw gereedschap niet
– U werkt beter en veiliger in het opgegeven ver -
mogensgebied.
7.
Gebruik het juiste gereedschap
– Gebruik geen te zwakke gereedschappen of voor-
zetstukken voor zwaar werk.
– Gebruik gereedschappen niet voor doeleinden en
werkzaamheden waarvoor ze niet bedoeld zijn;
gebruik b.v. geen handcirkelzaag om bomen te
vellen of takken te kappen.
– Gebruik de machine niet om brandhout mee te
zagen.
8.
Draag de gepaste werkkledij
– Draag geen wijde kleding of sieraden. Ze kunnen
door bewegende delen worden gegrepen.
– Bij het werken in open lucht draagt u best rubber-
handschoenen en slipvast schoeisel.
– Draag bij lang haar een haarbescherming.
www.scheppach.com