NL
Overzicht en functie
Trekstang
In geval van een trekstang dient u te zorgen dat het midden van de koppelingsas recht boven het
aansluitpunt ligt (L1 = L2)
De hoogte van de tractorpennen en de pennen van het apparaat moet hetzelfde zijn: h1 = h2
Toegestane koppelingsashoek en uitgangsvermogensgegevens
2.3.1 Standaard en breedhoekkoppelingsas
Maat
P / W / W tot E
W 100E
W 200E
W 300E
W 400E
W 2100
W 2200
P 300/ W2300
P 400/ W2400
P 500/ W2500
P 600/ W2600
P 700/ W2700
P 800
Max.
Max. hoek
werkingshoek
bij stilstand
15°
90°
15°
90°
15°
90°
15°
90°
25°
90°
25°
90°
25°
90°
25°
90°
25°
90°
25°
90°
25°
90°
25°
90°
h1
►
540 TPM
Pm [kW]
M [Nm]
13
235
22
390
31
550
43
770
19
335
32
560
45
790
62
1100
105
1860
147
2600
188
3328
252
4450
77
h1 = h2
L1 = L2
L
L1
L2
h2
1000 TPM
Pm [kW]
M [Nm]
20
195
34
325
48
460
67
640
29
275
49
465
69
660
96
915
162
1545
226
2160
298
2760
387
3700