Ontdooien van aanvullende middelen,
–
gedeeltelijk gevelreiniging
tot 140 °C
Werkdruk en volume instellen
Werkdruk en volume door draaien van
de druk-/volumeregeling aan het hand-
spuitpistool instellen (+/-).
Gevaar
Bij het instellen van de druk-/kwantiteitsre-
geling erop letten, dat de schroefverbinding
van de straalbuis niet losgaat.
Werking met reinigingsmiddel
Voorzichtig
Ongeschikte reinigingsmiddelen kunnen
het apparaat en het te reinigen object be-
schadigen.
Ter milieubescherming zuinig omsprin-
–
gen met reinigingsmiddelen.
Aanbevolen dosering en instructies bij
–
de reinigingsmiddelen in acht nemen.
Er mogen uitsluitend reinigingsmidde-
–
len gebruikt worden die door de fabri-
kant zijn toegelaten.
Kärcher-reinigingsmiddelen garande-
–
ren een storingsvrije werking. Laat u
adviseren of vraag onze catalogus of in-
formatiebladen van de reinigingsmidde-
len aan.
Reinigingsmiddel-zuigslang in een re-
servoir met reinigingsmiddel hangen.
Reinigingsmiddel-doseerapparaat op
gewenste concentratie stellen.
Werking onderbreken
Hefboom van het handspuitpistool los-
laten.
Instructie: Wanneer de hendel van het
handspuitpistool losgelaten wordt, draait
de motor verder in nullast. Daardoor circu-
leert het water in de pomp en warmt het op.
Wanneer de cilinderkop op de pomp de
max. toegestane temperatuur (80 °C) heeft
bereikt, schakelt de veiligheidsthermostaat
op de cilinderkop de motor uit.
Nadat de temperatuur onder 50 °C is ge-
zakt, kan het apparaat opnieuw in bedrijf
genomen worden.
Bij werking met drukwater uit het leidingwa-
ternet kan het afkoelen versneld worden:
Hefboom van het handspuitpistool on-
geveer 2–3 minuten aantrekken zodat
het doorstromende water de cilinderkop
afkoelt.
Motor opnieuw starten.
Na werking met reinigingsmiddel
Reinigingsmiddel-doseerapparaat op
„0" stellen.
Apparaat bij geopend handspuitpistool
minimum 1 minuut schoonspoelen.
Apparaat uitschakelen
Gevaar
Verbrandingsgevaar door heet water! Na
de werking met heet water of stoom moet
het apparaat ter afkoeling minstens twee
minuten met koud water en met geopend
pistool gebruikt worden.
Na de werking met zouthoudend water
(zeewater) het apparaat minimum 2–3 mi-
nuten met een geopend handspuitspistool
met leidingwater schoonspoelen.
Voorzichtig
Motor nooit met volle belasting bij een ge-
opend handspuitpistool uitzetten.
Hoofdschakelaar op "Brander uit" zet-
ten.
Hefboom van het handspuitpistool los-
laten.
Motor draait op nullasttoerental.
Apparaatschakelaar aan de motor op
„OFF" stellen en brandstofkraan dicht-
draaien.
Watertoevoer sluiten.
Handspuitpistool bedienen tot het ap-
paraat drukvrij is.
Handspuitpistool met veiligheidspal be-
veiligen tegen onbedoeld openen.
Watertoevoerslang van het apparaat
losschroeven.
– 9
NL
81