Montage
Gebruikshandleidingen
Neem de veiligheidsinstructies voor de accu en
de oplader in de aparte gebruikshandleidingen in
acht.
Zie:
■
Gebruikshandleiding 443130: Accu´s
■
Gebruikshandleiding 443131: Opladers
5 MONTAGE
3.22 Li easy, 3.82 Li easy
Montage: Zie de foto´s „easy" (00) t/m (06).
38.2 Li comfort, 382 Li premium
Montage: Zie de foto´s „comfort" (00) t/m (06) en
„premium" (00) t/m (06).
WAARSCHUWING! Gevaren door onvol-
ledige montage! De werking van een onvolledig
apparaat kan ernstig letsel veroorzaken.
■
Gebruik het apparaat alleen als het volledig
gemonteerd is!
■
Plaats de accu´s pas in het apparaat als het
volledig gemonteerd is!
6 INGEBRUIKNAME
6.1
Accu laden
OPMERKING Neem de gedetailleerde ge-
gevens uit de meegeleverde gebruiksaanwijzing
van de accu en de oplader in acht.
6.2
Accu´s plaatsen en uittrekken (05)
De grasmaaier werkt alleen als beide accu´s zijn
geplaatst.
U kunt accu´s met een verschillende laadtoe-
stand plaatsen.
LET OP! Gevaar voor beschadiging van de
accu´s. Als de accu´s na gebruik in het apparaat
worden gelaten kunnen ze beschadigd raken.
■
Trek de accu´s direct na gebruik uit het appa-
raat en bewaar ze beschermd tegen vorst.
■
Plaats de accu´s pas weer voor werkbegin in
het apparaat.
Accu plaatsen
1. Accuvakdeksel (05/1) openklappen (05/a).
2. Accu 1 en 2: Accu van bovenaf in een accus-
chacht (05/2) schuiven totdat hij vastklikt.
3. Accuvakdeksel dichtklappen.
443220_a
Accu verwijderen
1. Ontgrendelingsknop op de accu indrukken en
vasthouden.
2. Accu verwijderen.
6.3
Voeding in- en uitschakelen (06)
Met de sleutelschakelaar kan de voeding van het
maaiwerk in- en uitgeschakeld worden. De sleu-
telschakelaar wordt bediend met de veiligheids-
sleutel.
WAARSCHUWING! Risico op letsel. On-
bedoeld inschakelen kan leiden tot ernstig letsel.
■
Altijd voor pauzes en onderhoudswerkzaam-
heden: Om de stroom uit te schakelen, zet u
de veiligheidssleutel in de stand Off en ver-
wijdert u de veiligheidssleutel.
Voeding inschakelen
1. Accuvakdeksel openklappen.
2. Veiligheidssleutel (06/1) in de sleutelschake-
laar steken.
3. Veiligheidssleutel naar de stand On (pos. I)
draaien (06/a). Daardoor wordt het apparaat
van bedrijfsspanning voorzien, begint echter
nog niet te werken.
4. Accuvakdeksel dichtklappen.
5. Apparaat inschakelen: zie Hoofdstuk 7.8
"Maaiwerk starten en stoppen (19, 20)*", pa-
gina 58.
Voeding uitschakelen
1. Veiligheidssleutel naar de stand Off (pos. 0)
draaien (06/b) en uitnemen.
2. Trek de accu´s direct na gebruik uit het appa-
raat, laad ze op en bewaar ze beschermd te-
gen vorst. Plaats de accu´s pas weer voor
het volgende gebruik in het apparaat.
6.4
Cockpit in- en uitschakelen*
* afhankelijk van het model, zie technische gege-
vens.
Voorwaarde: Beide accu´s zijn geplaatst.
Cockpit inschakelen
1. Aan/Uit-toets (04/3) op de cockpit indrukken.
Cockpit uitschakelen
1. Aan/Uit-toets (04/3) op de cockpit indrukken.
Als de cockpit niet wordt gebruikt schakelt hij na
10 minuten automatisch uit.
55