Onderhoud en verzorging
zet de motor dan meteen uit en controleer
het apparaat.
■
Een geblokkeerde haakse aandrijving kan
koppelingsschade veroorzaken.
■
De snijdraad zal na uitzetten van het
draadspoelopzetstuk nog even blijven draai-
en. Wacht dan totdat de spoel stil staat voor-
dat u het apparaat weer aanzet.
■
Als de draadspoel leeg is, moet de snijdraad
worden vervangen.
7.1.2
Maaidraad verlengen tijdens het
bedrijf (13)
De maaidraad wordt korter tijdens het gebruik en
rafelt uit.
1. Laat de motor vol gas draaien.
2. Draadkop (13/1) herhaaldelijk op het gazon
tikken (13/a). Daardoor wordt een stuk nieu-
we maaidraad van de draadspoel afgewik-
keld en het verbruikte draadeinde afgesne-
den door de draadafsnijder (13/2).
7.2
Werken met mesblad
7.2.1
Terugslageffect voorkomen
■
Zorg voor een stevige stand. Zet uw voeten
in een comfortabele spreidstand neer en
houd altijd rekening met een eventuele terug-
slag.
■
Voor het begin van het snijden moet het snij-
blad het totale werktoerental hebben bereikt.
7.2.2
Maaien
■
Kantel het apparaat iets naar voren en be-
weeg dit met gepaste en gelijkmatige snel-
heid van rechts naar links. Op deze manier
komt het maaisel terecht op het zojuist ge-
maaide oppervlak.
■
Hoog gras en dichte begroeiing kan het best
trapsgewijs worden gemaaid. Kort dan eerst
het bovenste gedeelte van het te maaien ma-
teriaal in, door het apparaat naar rechts te
bewegen. Haal het apparaat vervolgens in de
teruggaande beweging naar links en maai
het onderste gedeelte.
■
Maai hellingen bij voorkeur in stroken. Maai
een strook parallel aan de helling; ga dan
over het gemaaide gedeelte terug en maai de
volgende strook.
■
Pas het motortoerental en de maaihoogte al-
tijd aan volgens de omstandigheden ter plek-
ke. Bij een te laag motortoerental kan er
maaisel in het snijwerktuig verward raken of
klem komen te zitten.
443443_a
■
Wanneer er gras, takken of andere voorwer-
pen in het snijwerktuig vast komen zitten of
als het apparaat ongewoon sterk gaat trillen,
zet de motor dan meteen uit en controleer
het apparaat.
■
Een geblokkeerde haakse aandrijving kan
koppelingsschade veroorzaken.
■
Vastgeklemd maaisel mag nooit worden ver-
wijderd terwijl het snijblad nog draait. Wacht
dan totdat het mesblad stilstaat.
■
Als het mesblad bot, ingekerfd of verbogen
is, moet dit altijd door een origineel reserve-
onderdeel worden vervangen.
8 ONDERHOUD EN VERZORGING
GEVAAR! Levensgevaar door ondeskun-
dig onderhoud. Onderhoudswerkzaamheden
door ongekwalificeerd personeel en het gebruik
van niet toegestane reservedelen kunnen tijdens
het gebruik tot zeer ernstig letsel leiden, tot de
dood toe.
■
Verwijder geen veiligheidsinrichtingen en stel
deze nooit buiten werking.
■
Gebruik uitsluitend originele, toegelaten re-
servedelen.
■
Zorg door regelmatig en deskundig onder-
houd ervoor, dat het apparaat steeds in een
functionele en schone staat verkeert.
VOORZICHTIG! Gevaar voor letsel. On-
derdelen met scherpe randen en draaiende on-
derdelen kunnen letsel veroorzaken.
■
Draag bij onderhouds- en reinigingswerk-
zaamheden altijd beschermende handschoe-
nen!
Correct onderhoud is noodzakelijk, om de functi-
onaliteit en de veiligheid van het apparaat in
stand te houden. Let hierbij op de volgende pun-
ten:
■
Voer uitsluitend onderhoudswerkzaamheden
uit, wanneer u beschikt over de benodigde
kennis en gereedschappen.
■
Wacht tot de motor geheel is afgekoeld.
■
Vervang versleten of defecte onderdelen uit-
sluitend door originele reservedelen van de
fabrikant.
■
U mag geen onderhoudswerkzaamheden uit-
voeren, die niet in deze gebruikshandleiding
worden beschreven. Neem hiervoor contact
op met een erkende servicewerkplaats. Bij
49