6.4 Apparaat inschakelen
T
GEVAAR
Gevaar voor elektrische schokken bij beschadigde appa-
raten
Bij gebruik van een beschadigt apparaat kunnen per-
sonen door een elektrische schok zwaar gewond raken of
komen te overlijden.
f Gebruik het apparaat niet wanneer deze schade ver-
toont.
f Kenmerk het beschadigde apparaat, zodat dit niet door
andere personen gebruikt wordt.
f Verhelp de schade onmiddellijk.
f Neem het apparaat evt. buiten bedrijf.
Voorwaarde:
Apparaat is correct geïnstalleerd.
Apparaat is in een correcte toestand.
Alleen bij de varianten Professional(+) E 7,4 / 22: De
noodzakelijke veiligheidsvoorzieningen (aardlekscha-
kelaar, leidingveiligheidsschakelaar, eventueel arbeids-
actieveringsschakelaar) moeten met inachtneming
van de desbetreffende nationale voorschriften in de
huisinstallatie worden geplaatst, correct werken en zijn
ingeschakeld.
Î "5.3.2 Afzekering aanbrengen"
Het apparaat werd overeenkomstig IEC 60364-6 als-
mede de overeenkomstige nationale voorschriften
(bijv. DIN VDE 0100-600 in Duitsland) bij de eerste
inbedrijfstelling gecontroleerd.
Î "6.6 Apparaat controleren"
f Spanningsvoorziening inschakelen en controleren.
Î "6.5 Spanningsvoorziening bewaken"
9
LED "Standby" op LED-infoveld brandt.
6.5 Spanningsvoorziening bewaken
Alleen bij de varianten Professional(+) 7,4 / 22 (PnC).
Het apparaat wordt door een fasevolgordemeetrelais
bewaakt. Het bewaakt de drie fasen (L1, L2, L3) en de
nulgeleider (N) van de spanningsvoorziening op correcte
fasevolgorde, fase-uitval resp. onderspanning.
Bedrijfsstatusweergave
Drie fasen, rechtsdraaiveld:
L3 X
L2 X
f Gebruik van de klemmen L1, L2, L3, N, PE.
L1 X
f Instelling relais potentiometer op 3.
SOR74
1
3
9
De groene led brandt.
N X
X 16
15 18
Drie fasen, linksdraaiveld:
L3 X
L2 X
f Gebruik van de klemmen L1, L2, L3, N, PE.
L1 X
f Instelling relais potentiometer op 3.
SOR74
1
3
9
De groene led knippert.
N X
X 16
15 18
Eén fase:
L3 X
L2 X
f Gebruik van de klemmen L1, N, PE.
L1 X
f Instelling relais potentiometer op 1.
SOR74
1
3
9
De groene led brandt.
N X
X 16
15 18
De evaluatie van het relais potentiometer vindt slechts
een keer plaats na het aanleggen van de spanningsvoor-
ziening.
NL
31