•
Draadlengte afstandsbediening:
11.4. Bedrading van de hoofdvoeding en apparatuurcapaciteit
Bedradingsschema (Voorbeeld)
[Fig. 11.4.1] (p.9)
A Schakelaar (stroom- en stroomverlies-)
D Trekdoos
Kabeldikte voor hoofdvoeding, capaciteit van de schakelaars en systeemimpedantie
Model
Hoofdkabel
PUHY-(E)P200YHM
PUHY-(E)P250YHM
PUHY-(E)P300YHM
Buitenunit
PUHY-P350YHM
PUHY-P400YHM
PUHY-P450YHM
Totale
16 A of minder
stroomsterkte
25 A of minder
van de
32 A of minder
binnenunit
*1: Moet voldoen aan de vereisten van NEN-EN-IEC 61000-3-3
1. Sluit de binnen- en buitenunits op afzonderlijke circuits aan. Voorzie OC en OS van een aparte bedrading.
2. Houd rekening met de omgevingsfactoren (temperatuur, rechtstreeks zonlicht, regenwater, enz.) wanneer de kabels worden gelegd en aangesloten.
3. De kabeldikte is de minimumwaarde voor metalen geleiders. Als de spanning afneemt, gebruikt u een kabel die net iets dikker is.
Zorg ervoor dat de voedingsspanning nooit met meer dan 10% afneemt.
4. Alle gebruikte kabels moeten in overeenstemming zijn met de plaatselijke regelgeving.
5. Apparaatsnoeren voor buitentoestellen moeten minimaal van het type 245 IEC 57 zijn. Dat zijn bijvoorbeeld snoeren met een fl exibele mantel van
polychloropreen.
6. De installateur moet zorgen voor de plaatsing van een schakelaar met minstens 3 mm contactafstand tussen elke pool.
Waarschuwing:
•
Gebruik alleen de opgegeven kabels voor de verbindingen en zorg ervoor dat op de aansluitingen geen externe krachten kunnen inwerken. Gebrekkige
aansluitingen kunnen opwarmen en brand veroorzaken.
•
Let erop dat u de juiste overstroomschakelaar gebruikt. Denk eraan dat in de gegenereerde overstroom een hoeveelheid gelijkstroom is begrepen.
Let op:
•
Op sommige installatieplekken kan het nodig zijn dat voor de stroomomvormer een aardlekschakelaar wordt geplaatst. Als geen aardlekschakelaar wordt
geplaatst, bestaat er gevaar op elektrische schokken.
•
Gebruik steeds een schakelaar en zekering met de correcte capaciteit. Schakelaars of zekeringen met een te grote capaciteit kunnen defecten of brand
veroorzaken.
Opmerking:
•
Dit apparaat is bedoeld voor aansluiting op een stroomvoorzieningssysteem met een maximale toegestane systeemimpedantie als in de tabel hierboven
op het aansluitpunt (schakelkast) van de stroomvoorziening van de gebruiker.
•
De gebruiker dient ervoor te zorgen dat dit apparaat wordt aangesloten op een stroomvoorzieningssysteem dat voldoet aan de hoger omschreven
vereisten.
Indien nodig vraagt de gebruiker aan de stroomleverancier naar de systeemimpedantie aan het leverpunt.
•
Deze apparatuur voldoet aan de standaard IEC 61000-3-12 op voorwaarde dat de kortsluitingsstroom S
leverpunt tussen het gebruikersnet en het openbare net. Het valt onder de verantwoordelijkheid van de installateur of de gebruiker om zich ervan te
verzekeren, indien nodig door navraag bij de openbare stroomleverancier, dat de apparatuur uitsluitend wordt aangesloten op een stroomnet met een
kortsluitingsstroom Ssc groter dan of gelijk aan S
S
(*2)
SC
Model
S
(MVA)
SC
PUHY-(E)P200YHM
1,14
PUHY-(E)P250YHM
1,27
PUHY-(E)P300YHM
1,57
PUHY-P350YHM
2,24
PUHY-P400YHM
2,28
PUHY-P450YHM
2,80
86
,
10 m (0,3 tot 1,25 mm
)
2
1
2
Als de lengte meer dan 10 m is, gebruikt u afgeschermde draad van 1,25 mm
inbegrepen in de totale lengte voor de maximum draadlengte voor afstandsbediening.
B Stroomverliesschakelaars
E Binnenunit
Minimale kabeldikte (mm
2
)
Stroomverliesschakelaar
Aftakking
Aarde
4,0
-
4,0
30 A 100 mA 0,1sec. of minder
4,0
-
4,0
30 A 100 mA 0,1sec. of minder
4,0
-
4,0
30 A 100 mA 0,1sec. of minder
6,0
-
6,0
40 A 100 mA 0,1sec. of minder
10,0
-
10,0
60 A 100 mA 0,1sec. of minder
10,0
-
10,0
60 A 100 mA 0,1sec. of minder
1,5
1,5
1,5
20 A 30 mA 0,1sec. of minder
2,5
2,5
2,5
30 A 30 mA 0,1sec. of minder
4,0
4,0
4,0
40 A 30 mA 0,1sec. of minder
(*2).
SC
2
en berekent de lengte van dat gedeelte (L
C Buitenunit
Schakelaar (A)
Stroomonderbreker
Capaciteit Zekering
(NFB) (A)
25
25
30
32
32
30
32
32
30
40
40
40
63
63
60
63
63
60
16
16
20
25
25
30
32
32
40
groter is of gelijk aan S
SC
en L
) als
4
7
Max. toegelaten
systeemimpedantie
*1
*1
*1
0,24 Ω
0,24 Ω
0,19 Ω
(volgens IEC 61000-3-3)
(volgens IEC 61000-3-3)
(volgens IEC 61000-3-3)
(*2) op het
SC