4.7. Het stroomaggregaat stoppen
Zorg altijd voor een goede ventilatie van het stroomaggregaat: zelfs nadat het aggregaat is uitgeschakeld, blijft
de motor nog warmte afgeven.
Sluit na ieder gebruik altijd de brandstofkraan en de ventilatie van de brandstoftank.
LET OP
Schakel de gebruikte apparaten uit en maak ze los (A - 12 & A - 14).
Zet de omschakelaar van de zuinige werking (A - 10) op de stand "Haas" en laat het stroomaggregaat enkele minuten onbelast
draaien.
Zet de schakelaar ON / OFF (A - 9) op de stand
Draai de brandstofkraan (A - 5) op de stand "OFF".
Sluit de ventilatie van de brandstoftank (A - 4) door deze een hele omwenteling rechtsom te draaien, waarbij u de dop van de
brandstoftank (A - 3) stevig vasthoudt om te voorkomen dat deze open gaat.
5. Het stroomaggregaat onderhouden
5.1. Nut van onderhoud
De uit te voeren onderhoudswerkzaamheden zijn beschreven in de onderhoudstabel. De aangegeven frequentie geldt ter indicatie en
voor aggregaten die gebruikt worden met brandstof en olie die voldoen aan de specificaties die zijn aangegeven in deze handle iding.
Kort de onderhoudsintervallen in afhankelijk van de gebruiksomstandigheden van het stroomaggregaat en de behoefte (reinig
bijvoorbeeld het luchtfilter frequenter bij gebruik in een stofrijke omgeving).
5.2. Tabel met onderhoudsintervallen
Element
bereiken van de 1
Motorolie
Zeeffilter
Luchtfilter
Bougie
Vonkenvanger
Stroomaggregaat
Kleppen
Carterventilatie
Verbrandingskamer
Brandstoftank
5.3. De onderhoudswerkzaamheden uitvoeren
5.3.1 De motorolie verversen
Voor het snel en volledig aftappen van de olie, kunt u de olie het beste verversen als de motor lauw is (start het stroomaggregaat en
laat het indien nodig een paar minuten draaien).
Houd u aan de instructies ter bescherming van het milieu (cf. Instructies voor de bescherming van het milieu) en tap olie af in een
geschikte opvangbak.
Verwijder met behulp van een schroevendraaier de schroef (A - 21) en het controleluik (A - 20).
Verwijder de olievuldop (A - 2) en plaats de olieaftaptuit (B - 3).
Plaats een geschikte opvangbak onder de olieaftaptuit en houd het stroomaggregaat schuin zodat de olie eruit kan stromen.
Als alle olie is afgetapt, zet u het stroomaggregaat weer rechtop en vult u het met de aanbevolen olie (cf. § Karakteristieken) met
behulp van een trechter.
Plaats de olievuldop en de olieaftaptuit terug op hun plaats.
Veeg het teveel aan olie weg met een schone doek en controleer of er geen lekkage is.
Sluit het controleluik en schroef de bevestigingsschroef van het controleluik weer goed vast.
Na
Uitvoeren bij het
1
e
of
termijn
eerste 20 uren
Verversen
Reinigen
Controleren -
Reinigen
Vervangen
Controleren -
Reinigen
Controleren -
Reinigen
Reinigen
Uit te voeren onderhoud bij de jaarlijkse onderhoudsbeurt door een van onze agenten.
.
Elke
e
maand
3 maanden
of
50 uren
Elke
6 maanden
of
100 uren
Elke
12 maanden
of
300 uren