Afb. 27 Aansluitschema, driefasen Multilift M.22.3.4 met
geleiders
Afb. 28 Aansluitschema, driefasen Multilift M.22.3.4, M.24.3.2,
M.32.3.2 en M.38.3.2 met motorbeveiliging
406
9. In bedrijf nemen
Waarschuwing
Voordat u begint met werkzaamheden aan een
pomp die gebruikt wordt voor het verpompen van
vloeistoffen die schadelijk kunnen zijn voor de
gezondheid, dient een grondige reiniging en ont-
luchting plaats te vinden van de pomp, put etc. in
overeenstemming met de lokale richtlijnen.
Waarschuwing
Voordat u aansluitingen maakt in de LC 221 of
met werkzaamheden aan de pomp of put etc.
begint, dient u er zeker van te zijn dat de voe-
dingspanning is uitgeschakeld en niet per onge-
luk kan worden ingeschakeld.
Voorafgaand aan het opstarten dienen de aansluiting en de
instellingen te zijn uitgevoerd overeenkomstig de paragrafen
8.3 Elektrische aansluiting en 8.4 Instellen van de LC 221.
Het opstarten dient uitgevoerd te worden door geautoriseerd
personeel.
Ga als volgt te werk:
1. Controleer alle aansluitingen.
2. Sluit de stekker aan op de voedingspanning en doorloop de
stappen tijdens het opstarten van de regelaar.
NB: Het duurt 15 seconden om de regelaar op te starten
("booten"). Wanneer de voedingspanning voor de eerste keer
wordt aangesloten, kan worden gekozen uit drie waarden voor
het inschakelniveau (180, 250 of 315 mm boven vloerniveau)
in overeenstemming met de hoogte van de instroomleiding
naar de opvangtank. Daarnaast moeten de vooraf ingestelde
waarde voor te hoge stroom en de nominale motorstroom
worden bevestigd. Zie paragraaf 8.4 Instellen van de LC 221.
Nu is de regelaar gereed voor automatische modus
(keuzeschakelaar in pos. AUTO).
3. Open de afsluitkleppen in de pers- en instroomleidingen.
4. Activeer een sanitaire voorziening die is aangesloten op de
instroomzijde van de Multilift M en controleer het stijgende
vloeistofniveau in de tank tot aan het inschakelniveau.
Controleer tenminste tweemaal de in- en uitschakelingen.
Als de pompkabel losgekoppeld is geweest van
de regelaar, bijvoorbeeld om de kabel door een
N.B.
lege kabelgoot te leiden, controleer dan de draai-
richting van de pomp. Zie paragraaf 10.2 Motor.