4. PROEFDRAAIEN
4-1. PROEFDRAAIEN
• Laat de unit niet gedurende lange tijd draaien op locaties zoals in
aanbouw zijnde gebouwen. Hierdoor kan stof op de unit terechtko-
men of de unit gaan stinken.
• Laat de unit zoveel mogelijk in het bijzijn van de gebruiken proef-
draaien.
1) Druk een keer op de noodbedieningsschakelaar voor koelen COOL,
en twee keer voor verwarmen HEAT. Het proefdraaien duurt 30
minuten. Indien het linker lampje van de bedieningsindicator om de
0,5 seconde knippert, controleer dan of de verbindingskabel tussen
binnen- en buitenunit (D) goed aangesloten is. Na het proefdraaien
wordt de noodwerking gestart (ingestelde temperatuur 24ºC).
2) Druk om de bediening te stoppen de E.O. SW meerdere keren in
totdat alle LED-lampjes zijn gedoofd. Zie de bedieningshandleiding
voor details.
Controleren of de afstandsbediening werkt
Druk op de toets ON/OFF (aan/uit) van de afstandsbediening (8) en
controleer of u een elektronische pieptoon van de binnenunit hoort.
Druk nogmaals op de toets ON/OFF (aan/uit) om de airconditioner uit
te zetten.
• Als de compressor tot stilstand komt, kan deze ter bescherming van
de airconditioner de eerste 3 minuten daarna niet opnieuw gestart
worden.
Controle van waterafvoer
1) Vul het afvoerbakje met ongeveer 0,5 liter water. (Giet niet recht-
streeks water in de afvoerpomp.)
2) Laat de unit proefdraaien (in de werkingsstand koelen).
3) Controleer of het water uit de aftapuitlaat van de afvoerleiding wordt
afgevoerd.
4) Stop het proefdraaien. (Vergeet niet de unit uit te zetten.)
4-2. FUNCTIE VOOR AUTOMATISCH HER-
STARTEN
Dit product is uitgerust met een functie voor automatisch herstarten. Als
tijdens de bediening de stroom uitvalt, zoals tijdens stroomstoringen,
zorgt de functie er na herstel van de stroomtoevoer automatisch voor
dat de unit in de vorige bedieningsstand wordt opgestart. (Zie de bedie-
ningshandleiding voor details.)
4-3. UITLEG AAN DE GEBRUIKER
• Leg de gebruiker met de OPERATING INSTRUCTIONS (bedienings-
handleiding) uit hoe de airconditioner werkt (gebruik van de afstands-
de afstandsbediening in de houder, reinigen, voorzorgsmaatregelen
tijdens bediening, enz.)
• Raad de gebruiker aan om de BEDIENINGSHANDLEIDING zorgvul-
dig door te lezen.
5. HET ROOSTER (OPTIONEEL) INSTALLEREN
Raadpleeg de procedures in de installatiehandleiding van het rooster (optioneel leverbaar).
6. LEEGPOMPEN
Raadpleeg de in de installatiehandleiding van de buitenunit aangegeven procedures.
WAARSCHUWING
Als u het koelmiddel uit het apparaat pompt, zet de compressor dan stop voordat
u de koelmiddelleidingen losmaakt. De compressor kan barsten als er lucht etc.
in komt.
E.O.
Emergency
SW
operation switch
(E.O. SW)
Emergency
E.O.
operation switch
SW
(E.O. SW)
Waarschuwing:
• Zet de unit na het proefdraaien of de controle van de werking van
de afstandsbediening uit met de E.O. SW of de afstandsbediening
voordat u de voeding uitschakelt. Als u dit niet doet, dan start de
unit automatisch op wanneer de voeding weer wordt ingescha-
keld.
Voor de gebruiker
• Zorg ervoor dat de gebruiker na de installatie van de unit het auto-
matisch herstarten krijgt uitgelegd.
• Als de functie voor het automatisch herstarten niet nodig is, dan
kan deze worden gedeactiveerd. Neem contact op met de onder-
houdsdienst voor het deactiveren van de functie. Zie de onder-
houdshandleiding voor details.
39