6-5
HET PROEFDRAAIEN
• Controleer of alle aansluitingen en verbindingen juist zijn, alvorens te testen.
Verkeerde aansluiting van de bedrading veroorzaakt een onjuiste werking of een doorgebrande zekering,
waardoor de werking onmogelijk wordt.
• Het proefdraaien kan worden gestart met de NOODBEDIENING-schakelaar (drukschakelaar). Druk de NOOD-
BEDIENING-schakelaar in en het proefdraaien begint (continu in bedrijf) 30 minuten lang in de werkstand
KOELEN of VERWARMEN, afhankelijk van de werkstand die is gekozen. Gedurende deze 30 minuten werkt
de thermostaat niet. Na de 30 minuten begint de NOODBEDIENING bij een vaste temperatuurinstelling van
24°C in de werkstand KOELEN of VERWARMEN.
• Voer de test als volgt uit.
PROCEDURE
• Druk op de schakelaar EMERGENCY OPERATION.
1 Door eenmaal te drukken, start de airconditioner
met de noodwerking van de koelingsstand
(EMERGENCY COOL MODE).
Indien de linkerkant van de bedieningsindikator elke
0,5 sekonden knippert, moet u kontroleren dat de
in-/uitgangsaansluiting B juist is verbonden.
2 Door nogmaals te drukken, wordt de noodwerking
van de verwarmingsstand (EMERGENCY HEAT
MODE) geactiveerd.
3 Druk nogmaals om de werking te stoppen.
(Door herhaaldelijk op de schakelaar EMERGENCY
OPERATION te drukken, wordt afwisselend 1 - 3
uitgevoerd.)
De ontvangst van het (infrarode) signaal van de afstandsbedieningseenheid controleren
Druk op de knop AAN/UIT van de afstandsbedieningseenheid en controleer of u een elektronisch geluid hoort dat
afkomstig is van het binnenapparaat. Druk opnieuw op de knop AAN/UIT om de airconditioner weer uit te zetten.
Indien het binnenapparaat via de afstandsbediening wordt bediend, kunnen de test- en noodprocedures
door signalen van de afstandsbediening worden geannuleerd.
• Om de compressor te beschermen, kan deze tot 3 minuten na het uitschakelen van de airconditioner niet
opnieuw worden ingeschakeld.
schakelaar EMERGENCY OPERATION
Werkstand Statusindicatielampje
1
KOELEN
(
Aan
)
(Uit)
VERWAR-
2
MEN
(Uit)
(
Aan
)
3
STOP
(
Lampjes branden niet
)
6-6
AUTOMATISCHE HERSTARTFUNCTIE
Wanneer de binnenunit met de afstandsbediening wordt bediend, worden de bedieningsfunctie, ingestelde
temperatuur en ventilatorsnelheid in het elektronische P.C. regelpaneel van de binnenunit vastgelegd. Met de
functie voor het automatisch opnieuw starten wordt na een spanningsonderbreking de werking van het toestel
weer automatisch gestart zodra er weer spanning naar de airconditioner wordt gestuurd. De laatst ingestelde
functie blijft echter niet in het geheugen opgeslagen wanneer de "I FEEL CONTROL" functie wordt gebruikt
voordat de spanning werd uitgeschakeld. Met de functie "I FEEL CONTROL" wordt de werking bepaald op
grond van de ingestelde kamertemperatuur bij het (opnieuw) starten.
Opmerkingen:
• De instellingen worden 10 seconden na bediening met de afstandsbediening in het geheugen vastgelegd.
• Wanneer de spanning wordt onderbroken of indien er een spanningsonderbreking plaatsvindt terwijl de
tijdklok AUTO START/STOP actief is, zal de tijdklokinstelling worden gewist.
Aangezien dit model is uitgerust met de functie AUTO RESTART, zal de werking van de airconditioner auto-
matisch worden gestart, zodra de spanning weer is hersteld.
• De functie voor het automatisch opnieuw starten werkt niet wanneer de airconditioner voor een spannings-
onderbreking middels de spanningstoets van de afstandsbediening werd uitgeschakeld.
• Voorkom dat de stoppen "doorslaan" door een te hoog stroomverbruik en zorg daarom dat andere appara-
tuur in uw huis niet tegelijkertijd wordt ingeschakeld.
6-7
UITLEG AAN DE GEBRUIKER
• Leg aan de hand van de gebruikersaanleiding aan de gebruiker uit hoe de temperatuur moet worden inge-
steld, hoe de luchtfilters moeten worden verwijderd, hoe de afstandsbedieningseenheid in zijn houder gezet
of er uit gehaald moet worden, hoe alles moet worden schoongemaakt, voorzorgsmaateregelen, enz.
• De gebruiker wordt aangeraden de Gebruikershandleiding aandachtig te lezen.
54