4-1-(2)
HET VASTZETTEN VAN DE INSTALLATIEPLATEN
1. Plaats de installatieplaten op de bouten voor het vastzet-
ten van de installatieplaten.
• Plaats installatieplaten 1 op de bouten voor het vastzetten
van de installatieplaten J zodat de afstand tussen de bin-
nenkanten van de installatieplaten overeenkomt met de
afstand als die wordt getoond in de figuur rechts.
1 Installatieplaat
• De installatieplaten 1 dienen op één bepaalde manier te
worden geplaatst, zoals wordt getoond in Fig. 1.
Plaats de platen niet op de manier die wordt getoond in
Fig. 2.
• Let op de tekst "FRONT" op de installatieplaten 1 en plaats
de "FRONT" in de richting van de luchtuitvoer van het
binnenapparaat.
a "FRONT"
1 Installatieplaat
2. Wanneer u de installatieplaten 1 een stukje van het pla-
fond vandaan bevestigt, dient u eerst een moer en een veer-
ring, dan de installatieplaat en vervolgens een tweede veer-
ring en dubbele moeren op de bevestigingsbout te plaat-
sen. (zie Fig. 3)
Wanneer u de installatieplaten 1 direct tegen het plafond
bevestigt, dient u de installatieplaat met een veerring en
dubbele moeren aan de bevestigingsbout vast te maken.
(zie Fig. 4)
a Plafond
K-1
Moer (M10)
K-2
1 Installatieplaat
Veerring
J Bout voor het vastzetten van de
K-3
Dubbele moer (M10)
installatieplaten
3. Controleer met een waterpas of alle vier hoeken horizon-
taal zijn. (zie Fig. 5)
a Waterpas
4-1-(3)
HET BOREN VAN DE GATEN
Bepaal de plaats voor de gaten voor de koelstofpijp A en afvoer-
pijp D.
• Gebruik het installatiepatroon zoals beschreven in onder-
deel 4-1-(1).
• Controleer of de maten overeenkomen met de maten die
worden gegeven in de figuur rechts.
a Horizontale basislijn
b Gat voor koelstofpijp
c Gat voor afvoerpijp
1 Installatieplaat
• Let er vooral op dat u het gat voor de afvoerpijp volgens de
aangegeven afmetingen boort om het verloop te behou-
den.
d Horizontale basislijn
e Ophangbout
f Muur
1
1028 mm
1
a
(Fig. 1)
(Fig. 2)
a
a
J
1
K-1
K-2
K-2
K-3
J
1
K-2
K-3
(Fig. 3)
(Fig. 4)
a
(Fig. 5)
a
0
b
1
115
c
188
(eenheid : mm)
d
FRONT
e
f
(eenheid : mm)
47
4-1-(4)
HET VERWIJDEREN VAN HET ROOSTER AAN DE VOORKANT
• Verwijder het rooster aan de voorkant en de ondersteuning voor het vervoer.
Verwijder 3 schroeven
Rooster aan de voorkant
4-1-(5)
HET OPEN MAKEN VAN DE DOORDRUKOPENING
• Verwijder de doordrukopeningen door er op te hameren.
4-1-(6)
HET VASTMAKEN VAN HET APPARAAT AAN DE INSTALLATIEPLATEN
1. Het apparaat ophangen aan de installatieplaten.
• Takel het apparaat omhoog zodat de ophangbouten (4) aan de zijkanten van het apparaat in de uitspa-
ringen in de installatieplaten 1 passen.
Schroef voor het
vastzetten van het
apparaat 2
Ophangbout
FRONT
2. Het vastzetten van het apparaat aan de installatieplaten.
• Draai de schroef voor het vastzetten van het apparaat 2 goed vast aan het apparaat.
Ondersteuning voor
het vervoer
* Nadat de installatie vol-
tooid is dient u dit onder-
deel te verwijderen. Dit
onderdeel is uitsluitend
een transportbeveiliging.
Doordrukopening
Doordrukopening voor afvoerpijp
Schroef voor het vastzetten van het apparaat 2
• Plaats de ophangbout in deze
positie om de helling van het
apparaat te behouden.