Zorg ervoor dat de voedingskabel en de transmissie-
kabel van elkaar gescheiden blijven.
Houd rekening met de polariteit van de transmissie-
kabel.
Zorg ervoor dat de transmissieleiding is vastgeklemd
zoals afgebeeld in figuur 23.
Ga na of de kabelleidingen de koelleidingen niet
raken.
Sluit het deksel stevig en schik de elektrische draden
zodanig dat het deksel of andere onderdelen niet
loskomen.
Bescherm de kabels met plastic buizen e.d. om te
voorkomen dat de rand van het uitbreekgat in de
kabels snijdt wanneer u geen mantelbuis gebruikt.
Opeenvolgende start
De printplaat van de buitenunit (A1P) is in de fabriek ingesteld op
"Sequential start available" (Opeenvolgende start mogelijk).
Basis leggen van de werking koelen/verwarmen
1
Instellen van koelen/verwarmen met behulp van de afstands-
bediening aangesloten op de binnenunit.
De keuzeschakelaar voor koelen/verwarmen (DS1) op de
printplaat van de buitenunit moet in de fabrieksinstelling IN/D
UNIT blijven staan. (Zie figuur 22)
1
Afstandsbediening
2
Instellen
van
koelen/verwarmen
keuzeschakelaar voor koelen/verwarmen.
Sluit de keuzeschakelaar voor koelen/verwarmen vanop afstand
(optie) aan op de A/B/C-klemmen en stel de keuzeschakelaar
voor koelen/verwarmen (DS1) op de printplaat van de buitenunit
(A1P) in op OUT/D UNIT. (Zie figuur 25)
1
Keuzeschakelaar voor koelen/verwarmen
Bij geluidsarme werking moet een als optie verkrijgbare
'externe besturingsadapter voor buitenunit' (DTA104A61/
62) worden gemonteerd.
Raadpleeg voor meer informatie de bij de adapter
geleverde montagehandleiding.
Montagehandleiding
15
8.8.
Klem het stroomsnoer vast op de plastic beugel met behulp van
lokaal te voorziene klemmen.
De groen en geel gestreepte en opgewikkelde draden dienen voor de
aarding. (Zie figuur 21)
met
behulp
van
de
Lokale kabelaansluitingen: voedingsbedrading
1
Voeding (400 V, 3 N~50 Hz)
2
Zekering
3
Aardlekschakelaar
4
Aardingsdraad
5
Voedingsklemmenstrook
6
Sluit elke stroomdraad aan
RED op L1, WHT op L2, BLK op L3 en BLU op N
7
Aardingsdraad (GRN/YLW)
8
Klem de stroomdraad op de plastic beugel met een lokaal te
voorzien klem om te voorkomen dat er externe krachten op de
klem worden uitgeoefend.
9
Klem (lokale levering)
10
Sluitring
11
Draai de aardingsdraad rond de klem wanneer u hem aansluit.
Let erop dat de aardingsdraden de stroomdraden van
de
compressor
niet
schadelijke gevolgen hebben voor andere units.
Wanneer u een voedingskabel vast- of losmaakt,
moet u zorgen dat de stroomvoerende geleiders vóór
de aardingsgeleider strak worden.
Voorzorgsmaatregelen
stroomdraden
Sluit geen draden van een verschillende dikten aan
op dezelfde voedingsklemmenstrook. (Loszittende
stroomdraden
kunnen
veroorzaken.)
Ga bij het aansluiten van draden met eenzelfde dikte
te werk als volgt.
Gebruik voor bedrading de aangegeven stroomdraad
en sluit stevig aan; maak dan vast om druk van
buitenuit op de klemmenstrook te voorkomen.
Draai de klemschroeven vast met een geschikte
schroevendraaier. Een schroevendraaier met een
kleine kop beschadigt de schroefkop en maakt
degelijk vastzetten onmogelijk.
Als klemschroeven te vast worden aangespannen,
dreigen ze te breken.
Zie de onderstaande tabel voor het aanhaalkoppel
van de klemschroeven.
Aanhaalkoppel (N•m)
M8 (voedingsklemmenstrook)
M8 (aarding)
M3 (klemmenstrook voor bedrading
tussen units)
Aanbevelingen bij het aansluiten van de aarding
Leg de aardingsdraad, wanneer u hem naar buiten trekt,
zodanig dat hij door de uitsparing van de sluitring loopt.
(Een slechte aardaansluiting kan resulteren in een
slechtwerkende aarding). (Zie figuur 21)
raken. Dit
kan
namelijk
bij
het
installeren
van
abnormale
warmte
5,5~7,3
0,8~0,97
U-5~18MX4XPQ
Urban Multi airconditioner
4PW28163-1C