De Voedingskabel En De Equipotentiaalverbinding Plaatsen; Gasaansluiting; Afvoer Verbrand Gas; Installatie Onder Een Afzuigkap En Geforceerde Afvoer - Nordcap GRK9 Manual Del Usuario

H05RN-F, een nominale doorsnede te hebben zoals
vermeld in Tabel 3 en beschermd te zijn met een
onbuigzame metalen of kunststoffen buis. Indien de
voedingskabel beschadigd is, dan dient hij vervangen
te worden door een gekwalificeerde technicus om
risico's te vermijden.
• Het is absoluut noodzakelijk om het toestel aan te
sluiten op een goed werkend geaard stopcontact. Op
het klemmenbord bevindt er zich een klemmetje met
het symbool waarop de aarding aangesloten dient
te worden.
• Verder dient het toestel deel uit te maken van een
equipotentiaalsysteem.
uitgevoerd te worden met de stelschroef die gemerkt
is met het symbool
een doorsnede hebben van 10 mm².
• De aarding en het equipotentiaalsysteem moeten in
overeenstemming zijn met de van kracht zijnde
wetgeving en moeten regelmatig gecontroleerd
worden.
De fabrikant is niet aansprakelijk wanneer deze
veiligheidsnormen niet nageleefd worden.
5.4.1 - De voedingskabel en de equipotentiaal-
verbinding plaatsen (Fig. 3)
• Ga als volgt te werk om toegang te krijgen tot het
klemmenbord waarop de voedingskabel aangesloten
moet worden:
• Verwijder het paneel aan de voorkant.
• Verwijder het deksel dat het klemmenbord beschermt.
• Breng de kabel aan, maak hem vast aan het
klemmenbord volgens de aanwijzingen van het
elektrische schema en blokkeer hem vervolgens met
de kabelklem. Monteer het deksel opnieuw.
• Sluit de equipotentiaaldraad aan op het klemmetje
• Monteer het paneel opnieuw.

5.5 - GASAANSLUITING

• Voordat u de aansluiting verricht, controleer op het
plaatje met de kenmerken of het toestel uitgerust is
voor het type gas dat beschikbaar is. Wanneer dit niet
het geval is, volg de aanwijzingen in paragraaf 6.4
"Aanpassing aan een ander soort gas".
• Elk toestel dient uitgerust te worden met een
gemakkelijk bereikbare snel sluitende kraan.
• De
aansluiting dient
koppelingen met 3 stukken, om het demonteren ervan
te vergemakkelijken. De buizen dienen van verzinkt
metaal of koper te zijn en dienen goed zichtbaar
geplaatst te worden. Er mogen flexibele buizen
gebruikt worden, op voorwaarde dat ze van roestvrij
staal zijn.
• Controleer na de aansluiting de koppelingen met
behulp van een schuimvormende spray.
• Houd er rekening mee dat de lucht die noodzakelijk is
voor de verbranding gelijk is aan 2 m
geïnstalleerd vermogen en dat de Voorschriften
inzake ongevallenpreventie
worden.
De aansluiting
. De equipotentiaalkabel moet
altijd te gebeuren
3
/h per kW
gevolgd dienen

5.6 - AFVOER VERBRAND GAS

5.6.1 - Installatie
geforceerde afvoer
• Het toestel is geclassificeerd als type A1. Daarom
moet het verplicht onder een afzuigkap geplaatst
worden om ervoor te zorgen dat de rook en de
dampen die veroorzaakt worden tijdens het koken
verwijderd worden.
• De gastoevoer moet rechtstreeks onderworpen zijn
aan het systeem voro gecorceerde afvoer en moet
onderbroken worden wanneer de gastoevoer onder
dient de voorgeschreven waarden daalt. Het opnieuw
toedienen van gas mag alleen handmatig kunnen
gebeuren.
• De toevoer per uur dient ten minste 1,72 m³/h per
kW te bedragen, met betrekking tot de totale
nominale thermische toevoer van de gebruikende
toestellen die zich in de installatieruimte bevinden.
Het moet
luchtverversing van de installatieruimte aan te
passen aan doeleinden die niet uitsluitend te
maken hebben met de veiligheid van de toestellen
die door gas gevoed worden.
De rookafvoer mag niet geblokkeerd worden.

6 - INBEDRIJFSTELLING

Voor het ontsteken van de branders, zie het hoofdstuk
"II GEBRUIKSAANWIJZING".
LET OP!
Voordat u de branders ontsteekt, controleer of de
tussenruimte tot aan het maximumpeil gevuld is met
water (zie hoofdstuk II, paragraaf 3).
6.1 - CONTROLE
AANSLUITING (Fig. 4)
De voedingsdruk kan gemeten worden met een
manometer met "U"-buis of met een elektronische
manometer met een minimumresolutie van 0,1 mbar.
• Verwijder
het
schroeven los te draaien en laat het aan de steunen
hangen.
• Draai de schroef "F" los van de drukmeter op de
gaskraan.
• Plaats de manometer.
met
• Ontsteek de brander en controleer of de druk
overeenkomt met de voorgeschreven druk (zie tabel
5).
• Monteer na deze handeling alles opnieuw en
controleer de luchtdichtheid.
Wanneer de druk bij de aansluiting niet overeenkomt
met de voorziene druk (zie tabel 5), dan zal het toestel
niet goed werken. De gasmaatschappij dient hiervan op
de hoogte te worden gebracht.
6.2 - REGELING VAN DE PRIMAIRE LUCHT (Fig. 7)
De primaire lucht is correct geregeld wanneer de vlam
te
niet loslaat wanneer de brander koud is en niet
terugkeert wanneer de brander warm is.
58
DOC. NO. 5958 9AY00
Edition 1
onder een afzuigkap
echter mogelijk blijven
VAN DE DRUK
paneel door de desbetreffende
- 01.2013
en
om de
BIJ DE