5 Installatie
5
Installatie
5.1
Inbouwplaats
5.1.1
Installatieplaats
5.1.2
Volledigheid
5.1.3
Bevestiging aan de bodem
5.1.4
Bevestigingsgaten boren
5.1.5
Messing expansiebout inbrengen
5.1.6
Installatie bevestigen
5.1.7
Afstandhouder
5.1.8
Netaansluiting
112 NL
VG 766.2330.061
Installatieplaats kiezen en volgens bladzijde 126 afb.6
voorbereiden. Wanneer de installatie voor een opzetbad gebruikt
wordt, moet de telescoopvoet gebruikt worden. Zie bladzijde 128
afb. 9.
De installatie op basis van de paklijst op volledigheid controleren.
De installatie op de zwembadrand zetten en de bevestigingsgaten
markeren.
De installatie optillen en op de gemarkeerde plaatsen gaten van Ø
10 mm boren.
Messing expansiebout (25) inbrengen en de trillingsdempers (26)
schroeven – zie bladzijde 127 afb. 7 en afb. 8. Er moet op gelet
worden dat de bout met de bevestigingen vast in de ondergrond
verankerd is zodat de installatie later goed vastzit.
Installatie op de trillingsdempers zetten en bevestigen met
inbusschroeven (32) met tandringen (31) en borgring (30) – zie
bladzijde 127 afb. 7 en afb. 8.
Door de afstandhouder wordt de afstand tussen het huis en de
zwembadrand gecompenseerd. Dit geeft de installatie extra stabili-
teit.
Voor de aansluiting van de netleiding moeten punt 5.3 - Elektrische
aansluiting en punt 5.4 - "Aansluitingter plaatse" in acht genomen
worden.
05/2013