Bosch EPS 625 Manual Original página 221

3.7 Temperatuurmeting en -regeling
Zodra de aandrijfmotor ingeschakeld is, wordt de testo-
lietemperatuur met de verwarming en met het waterre-
gelventiel geregeld.
i
Bij inspuitpompen van een bepaalde grootte ver-
warmt de testolie tijdens de test zodat er geen extra
verwarming van de testolie nodig is. Bij grotere
inspuitpompen bewerkstelligt een verwarming van
de testolie dat de temperatuur de voorgeschreven
grens overschrijdt. In dit geval moet de testolie wor-
den gekoeld. Inspuitpompen moeten alleen worden
gecontroleerd wanneer de testolie binnen de voorge-
schreven temperatuurgrenzen is.
De waterregelklep die voor de warmtewisselaar is aan-
gesloten, regelt het koelwatervolume om de streeftem-
peratuur van de testolie constant te houden. Wanneer
de testolieverwarming ingeschakeld is en de tempera-
tuur in de testolietank boven 70 °C stijgt, wordt au-
tomatisch de noodstopschakelaar geactiveerd. In dit
geval kan de EPS 625 opnieuw worden gestart wanneer
de testolietemperatuur onder 70 °C is gedaald.
i
Wanneer de temperatuursensor niet aangesloten of
beschadigd is, wordt een foutmelding (zie hoofd-
stuk 6) weergegeven.
3.8 Temperatuurregeling voor VE-pom-
pen.
Op grond van de overloopklep wordt tijdens de werking
van de VE-pomp significante warmte geproduceerd.
Wanneer grotere VE-pompen bij hoge toerentallen wor-
den bedreven stijgt de overlooptemperatuur snel. Bij
het dalen van de temperatuur op een waarde binnen
de grenzen ontstaat een bepaalde vertraging. Om een
snellere daling van de temperatuur mogelijk te maken,
wordt bovendien het spoelventiel gebruikt.
De bediening van het spoelventiel bewerkstelligt dat
de overloopolie in de testolietank stroomt. Daardoor
wordt de warmteproductie in de pomp gereduceerd en
een snellere daling van de overlooptemperatuur moge-
lijk gemaakt.
!
Het spoelventiel in geen geval tijdens de meting van
het inspuit- en overloopvolume bedienen. Anders
worden verkeerde resultaten geproduceerd.
Robert Bosch GmbH
Productbeschrijving | EPS 625 | 221
3.9 Spanningsvoorziening voor start-/
stopklep (voor verdelerpompen)
!
In geen geval twee of meer elektrische componenten
bijv. magneetklep op de 12/24 V-aansluitklemmen
van de EPS 625 aansluiten. Anders kunnen de elek-
trische componenten beschadigd worden.
!
Elektrische componenten in geen geval loskoppelen
of aansluiten bij ingeschakelde EPS 625.
!
EPS 625e bedrijfsstroom mag niet boven 6 A stijgen.
1
Fig. 15: Voorzijde
1 Drukregelaar smeerolie
2 Netaansluitbussen
3 Drukregelaar testolie
Voor de werking van de pompmagneet wordt een set
kabels (rood en zwart) en krokodilklemmen geleverd.
Deze kunnen voor de aansluiting aan elk van de bussen
worden gebruikt afhankelijk van het te testen pomp-
type.
i
Controleer of de krokodilklemmen niet worden kort-
gesloten. Anders wordt de zekeringautomaat in de
besturingskast (F5 für 12 V en F6 für 24 V) geacti-
veerd. De zekeringautomaat (F5 für 12 V en F6 für 24
V) inschakelen voor zover hij werd geactiveerd.
nl
2 3
|
1 689 988 262 2017-12-26