1 NL
Gebruiksaanwijzing
Elmo Multi-Tester LED
Art. 0715 53 300
Hartelijk dank dat u de Elmo Multi-Tester LED,
een uit twee polen bestaande spanningstester
met LED-display gekocht heeft.
Met dit toestel kunnen gelijk- en wisselspannin-
gen van 12 tot 690 V, polariteiten, draaiveldrich-
tingen en doorgangen tot 500 k getest
worden. Dit geldt ook voor FI/RCD-tests.
De Elmo Multi-Tester LED kan door de hoge
veiligheidscategorie (IP65) ook onder ruwe
voorwaarden gebruikt worden.
Veiligheidsaanwijzingen
U hebt een toestel gekocht dat u een hoge mate
aan veiligheid biedt. Het toestel voldoet aan de
normen DIN VDE 0682-401, IEC/EN 61243-3.
Om een probleemloos en correct gebruik te
verzekeren moet deze bedieningshandleiding
absoluut voor het eerste gebruik volledig gele-
zen worden.
De volgende veiligheidsvoorzorgsmaat-
regelen worden toegepast
• De spanningstester moet kort voor het gebruik
op werking gecontroleerd worden (VDE-voor-
schrift 0105, Deel 1). Controleer het toestel op
een bekende spanningsbron, bijvoorbeeld op
een 230 V-contactdoos. Indien hier de display
van één of meerdere functies uitvalt dan mag
het toestel niet meer gebruikt worden en moet
het toestel door vakpersoneel gecontroleerd
worden.
• Het toestel enkel aan de handgrepen
aanraken, vermijd het contact met de tips van
de sonde!
• De spanningsvrijheid enkel tweepolig
controleren!
• Een perfecte indicatie is in het temperatuur-
bereik van –10°C – +50°C verzekerd.
• Het toestel altijd droog en zuiver houden.
De behuizing mag met een vochtige doek
gereinigd worden.
Algemeen
Spanningen hebben prioriteit. Indien er geen
spanning aan de tips van de sonde aanwezig is
(< 3,0 V) dan bevindt het toestel zich in de
modus doorgangtest.
1.) Werking
De Testboy Profi LED het automatisch aan.
2.) Zelftest
Houd bij wijze van test de tips van de sonde
tegen elkaar. De zoemer moet duidelijk
weerklinken en op de display moet „Rx/ "
verschijnen. Indien de LC-display niet of slechts
zwak oplicht dan moeten de batterijen ver-
vangen worden.
3.) Gelijkspanning controleren
Wanneer de tips van de sonde op een gelijks-
panning binnen de nominale spanning aanwe-
zig zijn dan wordt de spanning in Volt aangege-
ven en bovendien licht de LED „+" op. Indien er
een negatieve spanning op de tip van de sonde
„L1" is dan wordt „–„ (minus) voor de waarde
weergegeven.
4.) Wisselspanning controleren
Bij het aanleggen van de tips van de sonde op
een wisselspanning binnen de nominale
spanning wordt de spanning in Volt aange-
geven en bovendien licht de LED „+ ~ –" op.
14