U14 De "Volgstandfunctie" (Follow Me) Activeren; U15 Signalering Alarmen; U16 Activeren Van Een Extra Relais Art. 1256; U17 Van Een Hoofdcentrale Naar Een Secundaire Centrale Bellen - Comelit 1998NA Manual Tecnico

Centralita de conserjería audio
Tabla de contenido
Idiomas disponibles

Idiomas disponibles

U14 De "Volgstandfunctie" (Follow me) activeren

Met deze functie kunnen de oproepen die voor de
centrale bestemd zijn naar lokale telefoontoestellen
of
telefoontoestellen
doorgeschakeld.
Houd de toets DAG/NACHT
seconden ingedrukt om deze functie te activeren.
Op het display verschijnt:
VOLGSTAND
ACTIEF
Om de functie uit te schakelen herhaalt u deze
handeling totdat het beginscherm op het display
verschijnt:
A
(_ _)
D
WO 12/03/20
Bij een oproep belt de centrale hoe dan ook, en
zolang het toestel op afstand het gesprek niet
aanneemt kan vanuit de centrale worden geantwoord
waardoor de "volgstandfunctie" wordt geannuleerd.
LET OP!
Voor het gebruik van deze functie moet de
centrale art. 2906 met interface art. 2912 aanwezig
zijn. Neem contact op met uw installateur.
Deze functie kan alleen worden geactiveerd
op de centrale die ingesteld is als secundaire
centrale (zie "C8.3 Type centrale").

U15 Signalering alarmen

De centrale kan alarmsignaleringen afkomstig van
binnentoestellen in elke bedrijfstoestand ontvangen
(oproep of gesprek).
Wanneer de centrale een alarm ontvangt:
-
wordt
een
geluidssignaal
geluidssignaal kan worden uitgeschakeld door op
een willekeurige toets van de centrale te drukken.
- wordt op het display de alarmsignalering
weergegeven van de eerste gebruiker die het alarm
heeft verzonden:
ALARM
GEBRUIKER
de signalering verdwijnt wanneer het binnentoestel
de oproep van de centrale beantwoordt (druk op de
toets
om de oproep uit te voeren), of wanneer de
telefonist hem verwijdert met de toets CANC.
Bij meerdere alarmen tegelijkertijd wordt een
wachtrij van alarmen aangemaakt volgens dezelfde
werkwijze als in de paragraaf "U6 Een binnentoestel
in de wachtrij bellen" is beschreven en op het
display wordt alleen het aantal geregistreerde
alarmen weergegeven (max. 10).
Bij de ontvangst van een oproep van het deurstation
of van een binnentoestel stopt de centrale de
alarmtoestand om de inkomende oproep te kunnen
beheren. Nadat de oproep afgehandeld is, wordt de
alarmtoestand hersteld.
14
op
afstand
worden
minstens 3
14:40
afgegeven.
Het
(04)
002

U16 Activeren van een extra relais art. 1256

(bijv. voor onafhankelijke activering met een
speciale
bedieningsinstructie
alarmcontacten TVCC, doorrijpoorten, ingangen
zonder deurstation of andere inrichtingen)
De relais kunnen zowel in de ruststand als in
de gespreksmodus naar het deurstation worden
geactiveerd.
Activeren van het relais:
- druk op de toets
, er wordt gevraagd om de
code in te voeren om een speciale relaissturing
te activeren. Als de code ontbreekt wordt een
algemene relaisturing geactiveerd;
RELAIS
CODE:
- druk op de toets
relaissturing te bevestigen.
LET OP!
Voor het gebruik van deze functie moeten een
hoofddeurstation en relais art. 1256 aanwezig
zijn. Neem contact op met uw installateur.
U17 Van een hoofdcentrale naar een secundaire
centrale bellen
De hoofdcentrale kan op 3 manieren naar de
secundaire centrale bellen:
• het nummer van de centrale intoetsen (bv. 005 240)
en op
drukken:
GEBRUIKER: 005 240
OM TE BELLEN
• door de namenlijst lopen met de toetsen
de naam wordt weergegeven en op
CENTRALE 005
CODE: 005 240
• op het bijbehorende snelkiesnummer drukken (zie
"I4 Opslaan van snelkiesnummers").
- als de oproep op correcte wijze heeft
plaatsgevonden:
GEBELD
GEBRUIKER 005 240
- als de oproep niet op correcte wijze heeft
plaatsgevonden:
GEBRUIKER 005 240
NIET BESCHIKBAAR
van:
lichten,
om de activering van de
totdat
drukken:
Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido