4.11 Meten
4.11.1 Bijzondere kenmerken bij de meting
met pomp
AANWIJZING
Beschadiging van magnetische gegevensdrager
mogelijk!
De pomp- en de kalibratieadapter bevatten een
magneet die de gegevens op een magneetstrip kan
wissen.
► De magnetische gegevensdrager (bijv. creditkaart)
niet in de directe nabijheid van de pomp- of
kalibratieadapter houden.
Bij gebruik van lange slangen (vanaf 10 m):
– Ervoor zorgen dat het gewicht van de slang wordt
ontlast.
– Erop letten dat de aanzuigslang niet geknikt is.
– De maximale slanglengte bedraagt 45 m (met een
binnendiameter van 3 tot 5 mm).
– Bij metingen met pomp het stof- en waterfilter
gebruiken.
– De nominale volumestroom bedraagt 0,35 L/min.
– Als de volumestroom < 0,3 L/min is, wordt het
flowalarm geactiveerd.
– Spoel na een begassing met agressieve gassen
(bijv. biogas of chloor) de pomp gedurende
meerdere minuten met schone lucht om de
levensduur van de pomp te verlengen.
– Aanbevolen wordt de reactietijd met doelgas te
testen.
De assistenten zijn alleen bij de X-am 8000
beschikbaar.
Voor de DrägerSensoren XXS Cl2, COCl2, O3, en voor
amines en geurstoffen (odorant) wordt geen assistent
voor vrijgavemetingen aangeboden, aangezien deze
stoffen niet (adequaat) door slangen kunnen worden
gepompt. Naast de genoemde stoffen kunnen er nog
andere stoffen zijn, waarvoor in het gasmeetinstrument
geen spoeltijden beschikbaar zijn. Voor deze stoffen is
geen assistent voor vrijgavemeting beschikbaar.
Voorafgaand aan elke meting de Dräger
monsternameslang of Dräger sondes met het te meten
gas spoelen. De spoelfase is noodzakelijk om
negatieve invloeden te reduceren, die bij gebruik van
een monsternameslang resp. een sonde kunnen
optreden, bijv. gasstransporttijd, memory-effecten, dood
volume. De duur van de spoelfase is afhankelijk van
X-am
®
8000
diverse factoren, zoals type en concentratie van het/de
te meten gas of damp en materiaal, lengte, diameter en
ouderdom van de monsternameslang resp. de sonde.
Naast de spoeltijd moet de reactietijd van de sensor in
acht worden genomen (zie de gebruiksaanwijzing van
de gebruikte DrägerSensoren).
Als "vuistregel" voor standaard gassen kan bij gebruik
van een monsternameslang (3 mm binnendiameter,
fabrieksnieuw, droog, schoon) van een typische
spoeltijd van ca. 3 s/m worden uitgegaan.
Voorbeeld:
Voor een monsternameslang van 10 m lengte bedraagt
de spoeltijd voor zuurstof ca. 30 seconden en een
veronderstelde sensor reactietijd nog eens ca. 10
seconden extra. De totale wachttijd voor het aflezen
van de meetwaarden bedraagt zodoende ca.
40 seconden.
Een flowalarm kan evt. met 10 tot 30 seconden worden
vertraagd, afhankelijk van de slanglengte.
X-am 8000: Voor benzeen-/voorbuisje metingen
bedraagt de max. slanglengte 10 m.
4.11.2 Meting met pomp uitvoeren
Voorwaarden:
– Het gasmeetinstrument is uitgerust met een pomp
en is ingeschakeld.
– Alle geïnstalleerde sensoren zijn opgewarmd.
– Het gasmeetinstrument is klaar om te meten.
– De schroefdraadbus voor de pomp- en
kalibratieadapter moet schoon zijn.
1. Slang (3 mm binnendiameter) met stof- en
waterfilter op de inlaattule (zie grafiek M op
pagina 3) van de pompadapter aansluiten.
Bedrijf
nl