- NL -
8
Reiniging en onderhoud
W A A R S C H U W I N G
Dood of zware verwondingen door gevaarlijke elektrische spanning!
► Voordat u in het water grijpt, moet u eerst de netspanning van alle apparaten die zich in het water
bevinden uitschakelen.
► De netspanning uitschakelen voordat er aan het apparaat mag worden gewerkt.
8.1
Apparaat reinigen
► Gebruik geen agressieve reinigingsmiddelen of chemische oplossingen omdat daardoor de behuizing
of de werking kan worden aangetast.
► Aanbevolen reinigingsmiddelen bij hardnekkige kalkaanslag:
– Pompreiniger PumpClean van OASE.
– Azijn- en chloorvrije huishoudreiniger.
► Na het reinigen alle delen met schoon water afspoelen.
8.2
Regelmatige werkzaamheden
Het filtersysteem is zelfreinigend. Voer periodiek onderstaande werkzaamheden uit, zodat het
filtersysteem steeds een optimale reiniging bereik.
Periodieke controles
► Op het display van de besturing controleren of storingsmeldingen worden aangegeven.
(→ storingsmeldingen)
► Het bereik voor de scheidingwand en het inwendige van de filtertrommel op overmatige vervuiling
(bijvoorbeeld draadalgen) controleren. Daarvoor een zeefelement demonteren. (→ zeefelement
demonteren/monteren)
► Het waterpeil met de waterpeilindicatie op het binnendeksel controleren.
Vuilafzettingen verwijderen
Vuil, dat de filtertrommel niet kan opvangen, zinkt naar de bodem en moeten worden verwijderd.
► Eén keer per maand gedurende 10 seconden de vuilafvoer DN 75 openen.
► Afzettingen uit de filtertrommen verwijderen.
► Draadalgen uit de vuilgoot verwijderen.
► Afzettingen aan niveaudetectie verwijderen.
8.3
Filtersponzen reinigen
► Als het water de 100% van de waterpeilindicatie heeft bereikt, moeten de filtersponzen worden
gereinigd.
► Gebruik geen chemische schoonmaakmiddelen, omdat deze de filterbacterieën doden.
Voorwaarde
► Filterpomp is uitgeschakeld.
► Alle over apparaten van het filtersysteem uitschakelen (bijvoorbeeld UVC-voorzuiveringsapparaat).
► Waterpeil in filtersysteem ca. 10 cm gedaald.
Zo gaat u te werk:
N
1. Sponshouder vijf- tot zes keer omhoog trekken.
– Filtersponzen worden samengeperst. Het vuil wordt uitgewassen.
2. Vuilafvoer DIN 75 openen en al het afvalwater laten uitstromen.
3. Reservoir met stromend water spoelen. Daarna vuilafvoer DN 75 sluiten.
4. Apparaat weer in gebruik nemen.
5. Handelingen herhalen als het water bij de waterpeilindicatie boven de 25% blijft staan.
116