17) AFSTELLINGEN
AANBEVOLEN VOLGORDE VOOR AFSTELLINGEN:
Afstelling van de eindaanslagen (Fig. G)
Programmering zender (Fig. H)
Eventuele afstellingen van de parameters / logica's
17.1) LED (Fig. J)
fdiagnose waarmee alle functies gecontroleerd kunnen worden. De functies
van de led's zijn de volgende:
LED
BESCHRIJVING
DL1
Led geïntegreerde radio-ontvanger
DL2
DL3
DL4
gheid van obstakels.
DL5
SWO - gaat uit met het commando eindaanslag opening.
DL6
SWC - gaat uit met het commando eindaanslag sluiting.
17.2) DIP-SWITCH (TABEL "A" DIP SWITCH) (Fig. J)
17.3) TRIMMER (Fig. J)
DESCRIPTION
AFSTELLINGEN
TRIMMER
0
(Dip1 - TCA in ON).
sec.
Regelt de automatische sluitingstijd; aan het einde
TCA
90
baar van 0 tot 90 sec.).
sec.
De ingangen 7-8 en 19-20 worden respectievelijk
min.
TW
De ingangen 7-8 en 19-20 worden respectievelijk
beschouwd als Start en Voetgangers.
18 GEÏNTEGREERDE ONTVANGER
UITGANGSKANALEN VAN DE ONTVANGER:
- Kanaal uitgang 1, indien geactiveerd, zorgt voor een START.
- Kanaal uitgang 2, indien geactiveerd, zorgt voor de activering van het
relais IIe radiokanaal gedurende 1 sec.
Bruikbare versies zenders:
18.1) INSTALLATIE ANTENNE
Een antenne gebruiken afgestemd op 433MHz.
Voor de aansluiting Antenne-Ontvanger coaxiaalkabel RG58 gebru-
iken.
De aanwezigheid van metalen massa's op de antenne, kan de radio-
ontvangst storen. In geval van gebrekkige reikwijdte van de zender, de
antenne naar een meer geschikt punt verplaatsen.
18.2) PROGRAMMERING
De opslag van de zenders kan in handmatige modus plaatsvinden, op
palmtop, waarmee installaties kunnen worden verwezenlijkt in de modus
"gemeenschap ontvangers" en het beheer kan worden geregeld met de
software EEdbase van de complete installatiedatabase.
18.3) HANDMATIGE PROGRAMMERING (Fig. H, AF)
In het geval van standaard installaties waarbij geen geavanceerde functies
zijn vereist, is het mogelijk over te gaan tot de handmatige opslag van de
zenders.
1) Als u wilt dat de toets T van de zender als start wordt opgeslagen, drukken
op de knop SW1 in de centrale, of als u wilt dat de toets T van de zender
als tweede radiokanaal wordt opgeslagen, drukken op de knop SW2 in
de centrale.
de zender, de Led DL1 blijft continu aan.
3) Drukken op de zendertoets die moet worden opgeslagen, de led DL1
begint opnieuw te knipperen.
4) Om nog een zender op te slaan, stappen 2) en 3) herhalen.
5) Om de modus geheugenopslag te verlaten, wachten tot de led helemaal
uit is.
INSTALLATIEHANDLEIDING
BELANGRIJKE OPMERKING: DE EERSTE OPGESLAGEN ZENDER MARKE-
REN MET DE MASTERSLEUTEL (master).
In het geval van handmatige programmering, wordt door de eerste zender
de sleutelcode aan de ontvanger toegewezen; deze code is noodzakelijk om
de daaropvolgende klonering van de radiozenders te kunnen uitvoeren.
18.4) PROGRAMMERING OP AFSTAND (DIP 6= ON) (Fig. AF)
1) Drukken op de verborgen toets van een reeds opgeslagen zender in
-
standaard modus via de handmatige programmering.
2) Drukken op de normale toets (T1-T2-T3-T4) van een reeds opgeslagen
zender in standaard modus via de handmatige programmering.
3) De LED DL1 knippert. Binnen 10 sec. drukken op de verborgen toets
van een zender die moet worden opgeslagen.
4) De LED DL1 blijft continu aan. Drukken op de normale toets (T1-T2-T3-
-
T4) van een zender die moet worden opgeslagen.
De ontvanger verlaat de programmeringsmodus na 10 sec., binnen deze
tijd is het mogelijk nieuwe zenders in te voeren.
Voor deze modus is de toegang tot het bedieningspaneel niet vereist.
-
18.5) GEHEUGEN CENTRALE WISSEN (Fig. AF)
Om het geheugen van de centrale volledig te wissen, 10 sec. lang tegelijkertijd
drukken op de knoppen SW1 en SW2 in de centrale (de led DL1 knippert). Het
correct wissen van het geheugen wordt gesignaleerd door het continu aan
blijven van de Led DL1. Om de modus geheugenopslag te verlaten, wachten
tot de led helemaal uit is.
19) NOODDEBLOKKERING (Fig. Y)
OPGELET: Mocht het noodzakelijk zijn de deblokkering te activeren in
een actuator zonder slagboom, controleren of de balanceringsveer niet
is samengedrukt (slagboom in openingspositie).
20) STORING: OORZAKEN en OPLOSSINGEN.
20.1) De slagboom gaat niet open. De motor loopt niet.
-
OPGELET: alvorens het deurtje te openen, moet de veer ontladen zijn
(slagboom verticaal).
1) Controleren of de fotocellen niet vuil, bezet of niet uitgelijnd zijn.
2) De correcte aansluiting van de motor controleren.
3) Controleren of de elektronische apparatuur op correcte wijze gevoed
wordt. De goede toestand van de zekeringen controleren. Bij storing van
de zekering, deze verwijderen (ter vervanging) zoals aangegeven in Fig.
4) Als het schakelbord niet werkt, dit vervangen.
5) De spankabels van de veergeleiders smeren in geval van geluiden of
trillingen.
20.2) De slagboom gaat niet open. De motor loopt, maar er vindt geen
beweging plaats.
1) De handmatige deblokkering is ingeschakeld gebleven. De gemotorise-
erde werking herstellen.
2) Als de deblokkering in gemotoriseerde werkingspositie is, de goede
.
toestand van de reductor controleren.
33
MOOVI 30-50 - ALPHA BOM -