Deze persoon dient schriftelijk het hergebruik
van het systeem goed te keuren. Een visuele
controle vóór elk gebruik is aanbevolen.
5. Elke wijziging of toevoeging aan de uitrusting
mag alleen gebeuren met het voorafgaand
schriftelijk akkoord van TRACTEL SAS. De
uitrusting moet getransporteerd en opgesla-
gen worden in haar oorspronkelijk verpakking.
6. Ieder verankeringssysteem voor valbeveili-
ging dat geen periodieke inspectie heeft on-
dergaan gedurende de laatste twaalf maan-
den of dat een val heeft opgevangen, mag
NL
niet worden gebruikt. Het mag pas gebruikt
worden nadat er opnieuw een periodieke
inspectie is gebeurd door een bevoegde en
bekwame technicus die schriftelijk toestem-
ming zal geven voor het gebruik ervan. Zon-
der deze inspecties en toestemmingen zal het
verankeringssysteem voor valbeveiliging ver-
vangen moeten worden door een nieuw, en
zal het oude moeten worden vernietigd.
7. De maximale gebruiksbelasting voor het
Tractel
-verankeringssysteem voor valbevei-
®
liging bedraagt 150 kg per gebruiker.
8. Indien de massa van de gebruiker plus de
massa van zijn uitrusting en gereedschap
tussen 100 en 150 kg ligt, mag deze totale
massa (gebruiker + uitrusting + gereedschap)
de maximale gebruikslast van elk van de ele-
menten die deel uitmaken van het valstopsy-
steem niet overschrijden.
9. Deze uitrusting is geschikt voor gebruik in
de buitenlucht en voor temperaturen tussen
-35°C en +60°C. Vermijd elk contact met che-
mische producten.
10. Als u het materiaal aan een werknemer of
aan een gelijkwaardig individu toevertrouwt,
respecteer dan de van kracht zijnde verplich-
te arbeidsreglementeringen.
11. De gebruiker moet tijdens het gebruik van
de uitrusting in goede fysieke en psycholo-
gische staat verkeren. Raadpleeg bij twijfels
uw arts of de bedrijfsarts. Mag niet door
zwangere vrouwen gebruikt worden.
40
12. De uitrusting mag niet gebruikt worden bo-
ven haar bedrijfsgrenzen, of in alle andere
situaties waarvoor de uitrusting niet bestemd
is: (§ "4. Functies en omschrijving".)
13. Wanneer het verankeringssysteem bestemd
is om de val van een gebruiker te stoppen,
dient de gebruiker een valstopsysteem te
gebruiken dat overeenkomt met de norm EN
363. Dit systeem moet een stopvermogen
van de val garanderen dat lager is dan 6 kN.
Wanneer het verankeringssysteem er uit-
sluitend voor bestemd is om de gebruiker te
verplaatsten buiten de zones waar valrisico
bestaat, kan de operator zich verbinden met
behulp van een lijn zonder valstopsysteem
in overeenstemming met de norm EN 363.
In dit geval zal het verankeringssysteem als
"gebiedsbegrenzing" gekwalificeerd worden.
14. De installatie van het verankeringssysteem
moet uitgevoerd worden met de passende
middelen, onder volledig beheerste veilig-
heidsomstandigheden voor de installateur,
gezien de configuratie van de site.
15. De beheerder van het verankeringssysteem
moet de constante conformiteit ervan en ook
deze van de geassocieerde PBM's controle-
ren, in functie van de van toepassing zijnde
normen en reglementeringen. Hij moet de
compatibiliteit van de geassocieerde PBM's
onderling en met het verankeringssysteem
waarborgen.
16. Voordat men een valstopsysteem EN 363
gebruikt, moet de gebruiker ervoor zorgen
dat alle samenstellende onderdelen in goe-
de bedrijfsstaat verkeren. Bij het plaatsen
van het toestel mogen de veiligheidsfuncties
van het toestel niet aangetast zijn.
17. Bij een valbeveiligingssysteem is het belang-
rijk de vrije hoogte onder de gebruiker op de
werkplaats te controleren vóór elk gebruik,
zodat, in geval van een val, er geen risico
bestaat op aanraking met de grond of met
een obstakel op het traject van de val.
18. Een harnasgordel is de enige uitrusting voor
het beveiligen van het lichaam dat men mag
gebruiken in een valbeveiligingssysteem.