Luchtkalibratie voor zeer nauwkeurige metingen ('Cal Air')
De sensor bevindt zich aan lucht bij een rel. luchtvochtigheid van 100 %.
Ga hierbij het beste als volgt te werk: In een fles iets gedestilleerd water toevoegen,
afsluiten en door ca. 3 minuten krachtig schudden in de erboven staande luchtruimte een
waterdampverzadiging (100% rel. luchtvochtigheid) genereren. De temperatuur van het
water en de ruimtelucht moet hetzelfde zijn. Fles openen en de sensor zo inbrengen, dat de
membraan in de luchtruimte steekt.
Voorzichtig! De membraan mag niet nat worden of zelfs onderdompelen. De flesmond mag
slechts iets groter zijn dan de sensordiameter, er mag geen overdruk in het reservoir heersen!
Opmerking: Een correct gekalibreerde sensor geeft aan lucht en bij binnentemperatuur een
meetwaarde van ca. 102 % O
sat aan.
2
Kalibratie in luchtverzadigd water ('Cal AqUA')
Dit type kalibratie is moeilijker dan de hierboven genoemde en kan, omdat water gemakkelijk
oververzadigd kan worden, bij onzorgvuldigheid gemakkelijk tot kalibratiefouten leiden. Voor
het aanmaken van luchtverzadigd water wordt zuiver water (25-30 °C) van één reservoir in
een tweede uit 50 cm hoogte ongeveer 20-keer overgegoten. Zodat een oververzadiging
kan ontsnappen, ca. 5 minuten wachten en de kalibratie van de sensor uitvoeren (daarbij
het roeren niet vergeten!).
Start van de kalibratie:
-Toets 2 s lang ingedrukt houden.
In de weergave verschijnt 'A,R
, en zodra de meetwaarden voor zuurstof en temperatuur
constant zijn, wordt de kalibratie automatisch afgesloten.
Vervolgens wordt kort de, uit de succesvol doorgevoerde kalibratie, resulterende sensortoestand
(beoordeling in 10 %-stappen) weergegeven (weergave wisselt kort op xx % ELE[).
9.2 Doorvoering van de 2 of 3-punt-kalibratie ('(AL 2-PT, (AL 3-PT')
De sensor wordt automatisch aan de atmosferische O2-concentratie van de lucht (20,95%)
en aan één of twee extra concentraties aangepast. De kalibratie kan hierbij hetzij aan gassen
([AL A,R: lucht, zuivere zuurstof en/of zuivere stikstof) of in overeenkomstig geconditioneerde
vloeistoffen ([AL AQUA) worden uitgevoerd. De vloeistoffen moeten hiervoor voldoende lang
met de desbetreffende gassen „volgespoten" worden.
Een gebruikelijke nul-referentie (0 % zuurstof) voor beide typen kalibratie is daarbij een
natriumsulfiet-oplossing (ook bij [AL A,R toepasbaar)
1. Start van de kalibratie:
-Toets 2 s lang ingedrukt houden.
2. Kalibratiepunt 1: (Pt.1)
Eerst moet bij de 3 punt kalibratie 0% (NUL) worden aangemaakt,
bij de 2-punt-kalibratie 100 of 0%.
In de weergave verschijnt
, en de desbetreffende referentie:
- NUL voor 0% zuurstof
- 0,2 voor zuiver zuurstof resp. zuurstofverzadigd water
Zolang de weergave knippert, is er geen geldige referentie herkend.
Zodra de meetwaarden voor zuurstof en temperatuur constant zijn, wordt de kalibratie van
het eerste punt automatisch afgesloten.
Het apparaat vraagt u om de volgende referentie aan te maken (mogelijke referenties knipperen)
3. Kalibratiepunt 2: (Pt.2)
In de weergave verschijnt
, en de desbetreffende referentie, die aangemaakt moet
worden.
- A,R voor omgevingslucht of AQUA voor luchtverzadigd water
186
SD_310_2 07/2018