7.6 Achtergrondverlichting
De achtergrondverlichting van het display wordt door kort drukken op de ON/OFF toets in- resp.
uitgeschakeld. De achtergrondverlichting gaat niet automatisch uit. Om de levensduur van de
batterij te verlengen, is het raadzaam om de verlichting niet permanent ingeschakeld te laten.
8 Kalibratie
8.1 Algemene informatie
Als er geen met lucht verzadigd water voor een één-punt-kalibratie beschikbaar is, kan de
opslagfles worden gebruikt om een 100% met water verzadigde lucht te verkrijgen. 1-punts-
kalibratie in 100 % met water verzadigde lucht wordt aanbevolen volgens DIN ISO 17289,
zie 2. onder 8.2.
De opgeloste zuurstofconcentratie is afhankelijk van de temperatuur (T), de druk (BP) en het
zoutgehalte (S).
T betekent automatische temperatuurcompensatie (ATC); NO betekent, er wordt geen tem-
peratuurcompensatie uitgevoerd
BP betekent, dat de automatische drukcompensatie uitgevoerd wordt; NO betekent, er wordt
geen drukcompensatie uitgevoerd.
S betekent saliniteit en is gedefinieerd als NaCl, Mg- en Ca-sulfaten enz., opgelost in water.
Met behulp van het geleidingsvermogen kan de zoutconcentratie worden bepaald. Om met
de zoutcompensatie bij de meting van het zuurstof rekening te kunnen houden, wordt de
zoutconcentratie in ppt (parts per thousand) of in mS/cm ingevoerd (zie punt 7.3 Saliniteits-
correctie). De zuurstofconcentratie wordt rekening houdend met de handmatig ingevoerde
zoutconcentratie als verzadiging in % aangegeven.
8.2 1-punt-kalibratie
Voor het uitvoeren van de één-punt-kalibratie zijn er twee mogelijkheden beschikbaar:
1. Kalibratie in luchtverzadigd water:
Het water wordt continu met lucht omspoeld, door het water over een periode van ongeveer
10 minuten met een luchtblazer tot volledige verzadiging te behandelen.
De sensor wordt in het luchtverzadigd water gehouden, en wachten, tot zowel de temperatuur
als de zuurstofweergave (mg/l of Sat%) een stabiele waarde heeft bereikt.
Als er geen met luchtverzadigd water voor een één-punt-kalibratie beschikbaar is, kan de
opslagfles worden gebruikt om een 100% met water verzadigde lucht te verkrijgen (zie punt 2).
2. Kalibratie in waterverzadigde lucht (aanbevolen volgens DIN ISO 17289):
De sensor bevindt zich aan de lucht bij een relatieve luchtvochtigheid van 100 %. Hiertoe
wordt de opslaghuls met de water gedrenkte spons op de sensor geschroefd en gewacht
totdat de meetwaarde stabiel is, maar ten minste 15 minuten.
119
SD_400 Oxi L_4 07/2020