Schaven (Fig. 6)
Leg eerst het voorste zoolvlak van het gereedschap
plat op het oppervlak van het werkstuk zonder dat de
messen ermee in aanraking komen. Schakel het
gereedschap in en wacht totdat de messen op volle
snelheid draaien. Beweeg daarna het gereedschap
langzaam naar voren. Oefen druk uit op het voorste
gedeelte van het gereedschap wanneer u begint te
schaven, en op het achterste gedeelte wanneer het
einde nadert. Het schaven gaat gemakkelijker wan-
neer u het werkstuk een beetje schuin vastklemt,
zodat u kunt schaven met het gereedschap iets naar
beneden gericht.
De snelheid waarmee u schaaft en de schaafdiepte
bepalen het resultaat. Het gereedschap blijft schaven
met een snelheid die voorkomt dat het schaafmes
door houtspanen klem kan raken. Voor ruw schaven
kunt u de schaafdiepte vermeerderen. Om een goede
afwerking te krijgen, moet u de schaafdiepte vermin-
deren en het gereedschap langzamer naar voren
bewegen.
Breedtegeleider (Zijkantgeleider) (Fig. 7)
Gebruik de breedtegeleider voor het maken van
sponningen of voor het maken van sneden in werk-
stukken die ongeveer 50 mmbreed zijn. Monteer de
breedtegeleider op de machine en zet deze vast door
middel van de sluitring en vleugelschroef (A). Draai
vleugelschroef (B) los en stel de breedtegeleider af
zodat deze contact maakt met de zijkant van het
werkstuk. Draai daarna vleugelschroef (B) goed vast.
Soms is het wenselijk voor betere geleiding van de
machine de geleider te verlengen. Dit kunt u doen
door een lat te bevestigen. De geleider is voor dit doel
voorzien van gaten. (Fig. 8)
Sponningen maken
Voor het maken van een trapvormige snede zoals
afgebeeld in Fig. 9, dient u de breedtegeleider (zij-
kantgeleider) te gebruiken. (Fig. 9)
Breng een snijlijn aan op het werkstuk. Zet de mes-
rand op de snijlijn. (Fig. 10)
Stel dan de breedtegeleider af zoals uitgelegd onder
''Breedtegeleider'' hierboven. Tijdens het schaven
dient u de geleider steeds vlak tegen de zijkant van
het werkstuk te houden, aangezien het schaven
anders oneffen zal zijn.
De maximale sponningdiepte is 15 mm.
LET OP:
Alvorens sponningen te maken, moet u het mes
zodanig afstellen dat de mesrand een beetje uit de
zijkant van het schaafblok steekt.
Afkanten (Fig. 11, 12 en 13)
Voor het maken van sneden zoals afgebeeld in
Fig. 11 , dient u ervoor te zorgen dat de V-groef in de
voorzool op de rand van het werkstuk rust. Maak dan
de snede zoals afgebeeld in Fig. 13. In één schaaf-
beweging kunt u maximaal 5,6 mm afkanten.
All manuals and user guides at all-guides.com
Stofzak (Fig. 14 en 15)
Monteer de stofzak op het koppelstuk van de
machine. Om te monteren duwt u de inlaatopening
van de stofzak zo diep mogelijk in het koppelstuk om
te voorkomen dat deze tijdens het schaven loskomt.
Voor optimale resultaten dient u de stofzak te ledigen
wanneer deze ongeveer halfvol is. Verwijder hiervoor
de stofzak van de machine en trek de sluiting eruit.
OPMERKING:
Met deze machine kunt u efficiënter en schoner
werken door een Makita stofzuiger Model 406 erop
aan te sluiten.
Verwijderen of installeren van de schaafmes-
sen
LET OP:
• Controleer altijd of de machine is uitgeschakeld en
de accu ervan is verwijderd alvorens de messen te
verwijderen of te installeren.
• Hanteer de messen uiterst voorzichtig. Draag hand-
schoenen of gebruik een vod om uw vingers en
handen te beschermen wanneer u de messen ver-
wijdert of installeert.
Om de messen te verwijderen, draait u eerst de twee
bevestigingsbouten een volle slag naar links los met
behulp van de bijgeleverde inbussleutel. (Fig. 16)
Gebruik de inbussleutel om het mes vanaf de riem-
zijde eraf te duwen. (Fig. 17)
Verwijder het andere mes op dezelfde wijze.
Alvorens de messen te installeren, verwijder eerst alle
schaafkrullen of verontreinigingen van het schaafblok
of de messen. Steek het mes vanaf de tegenoverge-
stelde zijde van de riem tussen het schaafblok en de
schaafblokkap zodat de mesrand een beetje uit de
zijkant van het schaafblok steekt. Draai de twee
bevestigingsbouten goed vast met behulp van de
bijgeleverde inbussleutel. (Fig. 18)
LET OP:
Gebruik voor het verwijderen of installeren van de
messen uitsluitend de bijgeleverde Makita inbussleu-
tel. Als u dit niet doet, is er kans dat de bevestigings-
bouten te stevig of niet stevig genoeg worden vast-
gedraaid. Dit kan verwondingen veroorzaken.
Afstellen van de schaafmeshoogte (Fig. 19)
Normaal is afstelling van de schaafmeshoogte niet
nodig. Wanneer u echter vaststelt dat de mesrand
lager komt dan de achterzool of te ver van de
achterzool uitsteekt, dient u als volgt te werk te gaan.
Draai de twee bevestigingsbouten los. Draai de cir-
kelkopschroeven naar rechts om het mes in te
trekken, of naar links om het verder te doen uitsteken.
Nadat de schaafmeshoogte is afgesteld, draait u de
twee bevestigingsbouten weer goed vast.
Opbergen van de inbussleutel (Fig. 20)
Wanneer u de inbussleutel niet gebruikt, kunt u deze
handig opbergen zoals afgebeeld in Fig. 20.
27