De leidingen en kleppen moeten voldoende groot zijn.
De leidingen mogen de aanzuiging en toevoer van de pomp mechanisch niet te veel belasten met te grote ladingen en
aandraaimomenten. In geval van drinkwater moeten alle materialen, die stroomop- en stroomafwaarts van de pomp gebruikt worden,
geschikt zijn om in contact te komen met water bestemd voor menselijke consumptie
Monteer een redelijk stugge leiding aan de aanzuiging om afknellingen wegens onderdruk te voorkomen wanneer flexibele leidingen
worden gebruikt.
Het wordt aanbevolen om een filter op de invoer van de aanzuigleiding te monteren wanneer de pomp gebruikt wordt om water uit een
put of regenwaterreservoir te pompen.
GEVAAR
Verifieer regelmatig de status van het filter en reinig of vervang het.
De pomp is onder de vloeistofhoogte geïnstalleerd als deze onder het peil van de aan te zuigen vloeistof is geplaatst. Afbeelding 1
• Afsluiter
De pomp is boven de vloeistofhoogte geïnstalleerd als deze boven het peil van de aan te zuigen vloeistof is geplaatst. Afbeelding 2 (of
Afbeelding 3 uitsluitend met zelfaanzuigende pomp)
• Afsluiter
• Optionele terugslagklep of controle-
inrichting met inwendige terugslagklep
op de toevoerleiding
Voor de aanzuiging is de correcte installatie noodzakelijk.
• Positioneer de pomp in de buurt
van de put of het reservoir om de
aanzuigleiding zo kort mogelijk te
houden. Op deze manier wordt de
aanzuigtijd beperkt, en met name in
het geval van een grote aanzuighoogte;
• Gebruik minstens één aanzuigleiding
met een diameter die gelijk is aan de
diameter van de aanzuigopening van
de pomp. Gebruik in het geval van een
aanzuighoogte groter dan 4 m een
leiding met een grotere diameter;
Ga in het geval van zelfaanzuigende pompen na of de minimale hoogte H3 (tussen het middelpunt van de aanzuigopening en de
terugslagklep) of H4 (tussen het middelpunt van de aanzuigopening en het eerste gebruikspunt) van de tabel 1 is nageleefd om de
aanzuighoogte H2 te waarborgen (Afbeelding 3).
• Terugslagklep
• Vuldop
• Voetklep
• Om het ontstaan van draaikolken te
voorkomen, dient de aanzuigleiding
minstens 0,5 m in de te verpompen
vloeistof te zijn ondergedompeld
(Afbeelding 2, Afbeelding 3 H1>=0,5m);
• Installeer een voetklep met filter aan
het uiteinde van de aanzuigleiding
(Afbeelding 2) of een terugslagklep
op de aanzuigopening voor de
zelfaanzuigende pomp (Afbeelding 3)
GEBRUIKSHANDLEIDING
• Vuldop
• Terugslagklep op de aanzuigleiding
(uitsluitend zelfaanzuigende pomp
Afbeelding 3)
• Ga na of de aanzuigleiding perfect is
afgedicht;
• Gebruik grote bochten in het
aanzuigdeel;
NL
45