Monteer de draadspoel en voer de draad in de
draadaanvoerunit en de binnenspiraal van de lastoorts.
Blokkeer de draaddrukrollen met de knop BN en stel de
druk af. Schakel het apparaat in.
Regel het gas met de toets AY en voer vervolgens de
draad door met de toets AW.
7 LASSEN
Selecteer het PRG-nummer op basis van de te gebruiken
draaddiameter, de materiaalsoort en -kwaliteit en de
gassoort. Raadpleeg de instructies aan de binnenkant
van de draadaanvoerunit.
Stel de functies in het submenu in volgens de instructies
in de paragraaf over onderhoudsfuncties.
De lasparameters worden ingesteld met de knop AI.
Synergisch MIG-lassen - LED AQ brandt.
Selecteer het PRG-nummer op basis van de te gebruiken
draaddiameter, de materiaalsoort en -kwaliteit en de
gassoort. Raadpleeg de instructies aan de binnenkant
van de draadaanvoerunit.
Stel de functies in het submenu in volgens de instructies
in de paragraaf over onderhoudsfuncties. Regel de
draadsnelheid en de lasspanning met de knop AI.
Conventioneel MIG-lassen - LED AR brandt.
Selecteer het PRG-nummer op basis van de te gebruiken
draaddiameter, de materiaalsoort en -kwaliteit en de
gassoort. Raadpleeg de instructies aan de binnenkant
van de draadaanvoerunit.
Stel de functies in het submenu in volgens de instructies
in de paragraaf over onderhoudsfuncties.
Regel de draadsnelheid en de lasspanning, respectievelijk
met de knoppen AI en AN.
8 TOEBEHOREN
8.1 MIG-LASTOORTS ART. 1242
Luchtgekoelde CEBORA MIG-lastoorts 280 A - 3,5 m.
8.2 PUSH-PULL UP/DOWN LASTOORTS,
Luchtgekoelde, ART. 2003/2009
8.3 Waterkoelunit art. 1683.
8.4 MIG-toorts (watergekoeld) art. 1241.
72
9 ONDERHOUD
)FU POEFSIPVE NBH VJUTMVJUFOE EPPS HFLXBMJßDFFSE
personeel worden uitgevoerd in overeenstemming
met de norm IEC 26-29 (IEC 60974-4).
9.1 DE GENERATOR ONDERHOUDEN
Controleer of de schakelaar L op "O" staat en of de
voedingskabel van het lichtnet losgekoppeld is als u
onderhoud in het apparaat moet uitvoeren.
Reinig tevens regelmatig de binnenkant van het apparaat
en verwijder de opgehoopte metaalstof met behulp van
perslucht.
9.2 HANDELINGEN DIE U NA EEN REPARATIE
MOET VERRICHTEN.
Controleer na een reparatie of de bekabeling correct
aangebracht is en of er sprake is van voldoende isolatie
tussen de primaire en secundaire zijde van de machine.
Zorg ervoor dat de draden niet in aanraking kunnen
komen met de onderdelen in beweging of de onderdelen
die tijdens de functionering verhit raken. Hermonteer alle
klemringen op de oorspronkelijke wijze om een verbinding
tussen de primaire en secundaire te voorkomen als een
draad breekt of losschiet.
Hermonteer tevens de schroeven met de tandringen op
de oorspronkelijke wijze