temperaturen
zijn
omstandigheden blijft de ventilator werken en knippert
de melding "tH" op het display AM.
3 BESCHRIJVING VAN DE STROOMBRON (FIG. 1)
A - Aansluiting (-): Hier wordt de aardedraad op
aangesloten.
B - Centraalaansluiting: sluit hierop de lastoorts aan.
B1 – Gecentraliseerde aansluiting.
Hier sluit u de lastoorts of de push-pull toorts
art.2003/2009 op aan
C - Connector: aansluiting voor afstandsbedieningen en
voor de lasbedieningskabel Push-Pull Art. 2003/2009.
D - Schakelaar.
Kies met behulp van de knop van de schakelaar de
stand (
) om de gecentraliseerde aansluiting B1 te
activeren; kies de stand (
aansluiting B te activeren.
F - Connector: connector van het type DB9 (RS 232
serïele lijn) om de programma's van de microprocessor
bij te werken.
L - AAN/UIT-schakelaar.
M - Voedingskabel.
N - Gasslang.
O - Zekeringendoos.
P - Contact voedingskabel.
Q - Contact drukmeter.
F
B1
C
overschreden.
Onder
) om de gecentraliseerde
A
deze
4 BESCHRIJVING VAN HET BEDIENINGSPANEEL
(FIG. 2)
Selectietoets AE.
Door elke lichte druk wordt de afstelbare afmeting gekozen
met behulp van de knop AI. De te kiezen afmetingen
worden door de LED AA/AB/AC/AD aangegeven.
LED AA PRG.
Geeft
aan
dat
programmanummeer weergeeft.
LED AB Plaatdikte.
Het display AL geeft de aanbevolen plaatdikte weer op
basis van de ingestelde stroom en draadsnelheid. Alleen
actief in synergische MIG-processen.
LED AC Draadaanvoersnelheid.
Geeft aan dat het display AL de snelheid van de lasdraad
weergeeft.
LED AD Stroom.
Geeft aan dat het display AL een lasstroom weergeeft.
Tijdens het lassen wordt altijd de gemeten stroom
weergegeven; wanneer het apparaat stilstaat en AG is
uitgeschakeld, wordt de ingestelde stroom weergegeven.
LED AF Bolvormige positie.
Kan niet worden gekozen. Actief bij synergisch MIG-
lassen. Het oplichten van deze LED geeft aan dat de
L
M
Q
P
B
O
D
N
Fig. 1
AL
het
display
het
ingestelde
67