• Sluit de gasslang aan op de uitlaat van de drukregelaar,
die op zijn beurt is aangesloten op een ARGON-cilinder.
• Druk op de branderstarter en regel de gasstroom.
• In de brander bevindt zich een klep die de gasstroom
blokkeert wanneer de starter wordt losgelaten.
• Gebruik een wolfraamelektrode die voor 2% is bedekt
met thorium (rode strook), met een diameter van 1,6
(1/16").
• Zet de machine aan met de schakelaar (F).
• Stel de lasstroom in met de knop (A) en de warme start
met de knop (I) (Art. 261).
• Breng de vlamboog in contact met het werkstuk en maak
vastberaden en snelle bewegingen.
• Vergeet niet de machine uit te zetten en de afsluiter van
de gasfles dicht te draaien na het lassen.
Opmerking: het apparaat is alleen geschikt voor TIG-las-
sen als de vereiste accessoires zijn aangesloten op con-
nector H (Art. 261).
Dit apparaat is ontworpen voor gebruik met de volgende
accessoires:
a) Toorts van het type T 150 art. 1567-20 met gasventiel
en startknop.
b) Toorts van het type T 150 art. 1567-02 met gasventiel,
startknop en stroominstelknop.
c) Voetbesturing art. 181 met stroominstelknop.
d) Aansluiting art. 1180 voor gelijktijdige aansluiting van
de toorts art. 1567-20 of art. 1567-02 en de voetbe-
sturing art. 181.
e) Toorts van het type T 150 art. 1567-01(Art. 257).
4 ONDERHOUD
Het onderhoud mag uitsluitend door gekwalificeerd per-
soneel worden uitgevoerd in overeenstemming met de
norm IEC 26-29 (IEC 60974-4).
4.1 DE GENERATOR ONDERHOUDEN
Controleer of de schakelaar S op "O" staat en of de voe-
dingskabel van het lichtnet losgekoppeld is als u onderhoud
in het apparaat moet uitvoeren.
Reinig tevens regelmatig de binnenkant van het apparaat en
verwijder de opgehoopte metaalstof met behulp van perslu-
cht.
4.2 HANDELINGEN DIE U NA EEN REPARATIE MOET
VERRICHTEN.
Controleer na een reparatie of de bekabeling correct aange-
bracht is en of er sprake is van voldoende isolatie tussen de
primaire en secundaire zijde van de machine. Zorg ervoor
dat de draden niet in aanraking kunnen komen met de
onderdelen in beweging of de onderdelen die tijdens de
functionering verhit raken. Hermonteer alle klemringen op de
oorspronkelijke wijze om een verbinding tussen de primaire
en secundaire te voorkomen als een draad breekt of los-
schiet.
Hermonteer tevens de schroeven met de tandringen op de
oorspronkelijke wijze.
37