De accu van de eScooter kan zowel in
het voertuig zelf als gescheiden worden
opgeladen.
De eScooter en accu hebben eenzelfde
mannelijke IEC-stekker waarop de voedings-
kabel wordt aangesloten. Die bestaat uit
een vrouwelijke aansluiting type IEC en een
mannelijke aansluiting type Schuko en wordt
doorgaans opgeborgen in de ruimte onder
het zadel.
De vrouwelijke IEC-stekker zit aan de
achterzijde van de accu
››› Afb. 33
de rechterzijde van de eScooter
Om toegang te krijgen tot de steker moet de
rubberen afdekking (pijl
) worden opgetild
1
en vervolgens ook de rubberen afdekking van
de steker zelf (pijl
).
2
De lader (600 W) zit in het accupack zelf,
voor het laden zijn dus enkel een stopcontact
en voedingskabel nodig. Hij wordt gekoeld
met convectie.
•
Voor aansluiting moet eerst de IEC-steker
(eScooter of accu) worden ingestoken, daar-
na volgt het elektriciteitsnet. Het is belangrijk
dat na 3 of 4 maal gedeeltelijk opladen ook
een volledige laadbeurt plaatsvindt.
•
Na afloop moet eerst het elektriciteitsnet
worden losgekoppeld en daarna de IEC-ste-
ker worden uitgetrokken. Het laadproces kan
op ieder moment worden onderbroken. Het
controlesysteem stopt ook automatisch het
laden wanneer 100% is bereikt.
Indien de accu kouder is dan 0 °C of warmer
dan 50 °C (wegens een oneigenlijk gebruik),
wordt hij niet opgeladen.
¬ ATTENTIE
Om de 30 dagen moet een volledige
laadbeurt plaatsvinden om de garantie te
behouden.
•
Om de garantie op de accu niet te
verliezen, moet hij minstens eenmaal
en aan
per maand volledig (tot 100%) worden
››› Afb.
34.
opgeladen. Indien de accu langere tijd niet
zal worden gebruikt, is het erg belangrijk
dat hij voldoende is opgeladen zodat geen
kritieke niveaus worden bereikt. Een accu
die onder een bepaalde ondergrens van
spanning komt verliest zijn autonomie. Hij
kan dan niet langer worden opgeladen
en moet naar een erkend servicecentrum
of gespecialiseerde werkplaats worden
gebracht.
O VOORZICHTIG
Voordat het accupack wordt geplaatst
of uitgenomen, kijkt u of de eScooter niet
wordt opgeladen en het contact niet is
ingeschakeld.
Temperatuur
De eScooter heeft een systeem voor controle
en stabilisering van de spanning en tempe-
ratuur van de cellen. Om kritieke situaties te
vermijden, beperken de veiligheidssystemen
het gebruik van de accu indien de celtempe-
ratuur de veilige grenzen overschrijdt in geval
van oververhitting.
•
Het werkingsbereik van de accu ligt tussen
-10 °C en 50 °C. Het rendement van de
lithiumcellen kan variëren naargelang de
temperatuur.
•
De lader laadt de accu niet op indien de
temperatuur van de cellen lager is dan 0 °C
of hoger dan 50 °C.
•
De actuele temperatuur van de accu kan
worden geraadpleegd op het display van de
eScooter. Indien een van de grenswaarden
(boven of onder, waarschuwing of storing)
wordt overschreden, wordt dit aangegeven
met de volgende led:
Accupack
297