TRIP1
Dagteller 1
Afb. 12
Dagteller 1: Geeft het aantal afgelegde
kilometers/mijlen weer sinds de laatste reset.
Door de knop INFO ingedrukt te houden,
wordt gewisseld tussen:
•
KM/MI: afgelegde kilometers/mijlen.
•
AVG: gemiddelde snelheid waarmee die
kilometers/mijlen zijn afgelegd (in km/h of
mi/h).
TRIP2
Dagteller 2
Afb. 13
Hetzelfde als TRIP1.
Instrumenten en controlelampjes
282
Knoppen 'SET' / 'INFO'
Knoppen van het instrumentenpaneel
Afb. 14
De knoppen van het instrumentenpaneel zijn
INFO (met dezelfde functies als de knop aan
de rechterzijde van het stuur
›››
en SET:
Hun functies zijn:
Navigatie tussen panelen
•
Druk op INFO (eenmaal drukken): wisselen
tussen de schermen met elke druk op de
knop, in deze volgorde: ODO, TEMP, TRIP1,
TRIP2.
Verandering van weergave dagteller KMS
/ gemiddelde snelheid (AVG)
•
In TRIP1 of TRIP2 drukt u op INFO (inge-
drukt houden).
Dagteller KMS terugzetten
•
In TRIP1 of TRIP2 drukt u op SET (eenmaal
indrukken). De kilometers worden teruggezet
op nul.
Verandering van weergave temperaturen
•
In TEMP drukt u op INFO (ingedrukt hou-
den): wisselen tussen de schermen TEMP BAT,
TEMP ENG en TEMP INV.
De tijd instellen
•
Druk op SET (ingedrukt houden): toegang
tot de modus voor instelling van de tijd.
•
Druk op SET (eenmaal indrukken): wisselen
tussen uren, minuten en tijdmodus (knippe-
pag. 286)
ren).
•
Wanneer de uren knipperen, drukt u op
INFO (eenmaal indrukken) om een eenheid
per druk te verhogen. Druk op INFO (inge-
drukt houden) om de uren snel te verhogen.
•
Wanneer de minuten knipperen, drukt
u op INFO (eenmaal indrukken) om een
eenheid per druk te verhogen. Druk op INFO
(ingedrukt houden) om de minuten snel te
verhogen.
•
Wanneer de tijdmodus knippert, drukt u op
INFO (eenmaal indrukken) om te wisselen
tussen AM, PM en modus 24 uur.