Het Gras Maaien; De Maaihoogte Afstellen - Honda HF1211 Manual Del Operador

Ocultar thumbs Ver también para HF1211:
Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

Indien u zich met de machine verplaatst moet het
OPMERKING
mes uitgeschakeld zijn en moet het maaidek in de hoogste stand staan
(stand «7»).
Bij modellen met mechanische aandrijving:
Zet de gashendel in een tussenstand tussen «LANGZAAM» en «SNEL»
en zet de versnellingspook in de 1e versnelling.
Houd het pedaal ingetrapt om zo de handrem uit te schakelen; laat het
pedaal langzaam opkomen zodat het pedaal van de «remfunctie» naar
de «koppelingsfunctie» overgaat, waarbij de achterwielen in werking ge-
steld worden.
U dient het pedaal geleidelijk op te laten komen om te beletten dat de
machine, door een te bruuske start, begint te steigeren en u de macht
over het stuur kwijtraakt.
De beweging van het pedaal dient onafgebroken en zonder aarzelen te
zijn om slippen en oververhitting van de riem te vermijden.
Zorg dat u geleidelijk de gewenste snelheid bereikt door de gashendel
en de versnellingspook te bedienen; om van de ene versnelling naar de
andere over te gaan dient u de koppeling te bedienen door het pedaal
half in te trappen.
Bij modellen met hydrostatische aandrijving:
Zet de gashendel op een stand tussen «LANGZAAM» en «SNEL»; trap
op het rempedaal om de handrem uit te schakelen en laat het pedaal
weer opkomen.
Verplaats de snelheidsregelaar in richting «F» en breng de machine op
de gewenste snelheid met gebruik van de snelheidsregelaar en de gas-
hendel.
Beweeg de hendel niet te bruusk, om te voorkomen dat de machine stei-
gert en onbestuurbaar wordt.
REMMEN
Bij modellen met mechanische aandrijving:
Om te remmen dient u het rempedaal helemaal in te trappen nadat eerst
door middel van de gashendel snelheid teruggenomen is om het remsy-
steem niet onnodig te belasten.
Bij modellen met hydrostatische aandrijving:
Trap het rempedaal in om te remmen. De snelheidsregelaar keert au-
tomatisch terug naar de «N» stand.
ACHTERUITRIJDEN
Bij modellen met mechanische aandrijving:
Het inschakelen van de achteruit DIENT bij stilstand te gebeuren. Trap
het pedaal in totdat de machine stilstaat, schakel de achteruit in door de
versnellingspook opzij te duwen en in de «R» stand te zetten. Laat het
pedaal geleidelijk opkomen om de koppeling in te schakelen en begin
met de achteruitrijmanoeuvre.
Bij modellen met hydrostatische aandrijving:
Het inschakelen van de achteruit DIENT bij stilstand te gebeuren.
Stop de machine en schakel de achteruit in door de snelheidsregelaar
richting «R» te schuiven.
NL
10

5.3 HET GRAS MAAIEN

HET MES INSCHAKELEN EN VOORUITRIJDEN
Als u zich op het te maaien gazon bevindt:
– zet de gashendel in de «SNEL» stand;
– schakel het mes in door de hendel in stand «B» te zetten;
– om het rijden te beginnen moeten de snelheidsregelaars bediend worden.
Denk eraan het pedaal voorzichtig op te laten komen zoals reeds eerder
beschreven is.
Zet het mes altijd in de hoogste stand om het daarna geleidelijk in de ge-
wenste stand te zetten. Om een goed en gelijkmatig maaibeeld te krijgen
dient u de juiste rijsnelheid in te stellen afhankelijk van de hoeveelheid gras
dat gemaaid moet worden (lengte en dichtheid) en van de vochtigheid van
het gazon ( bij modellen met mechanische aandrijving). Houd hierbij de
volgende aanwijzingen aan:
– Hoog, dicht en nat gras
– Normaal onderhouden gazon
– Kort en droog gras
De vijfde versnelling dient uitsluitend als rijversnelling
OPMERKING
op een vlakke ondergrond.
Bij modellen met hydrostatische aandrijving
Moet de snelheid geleidelijk aan de toestand van het gazon worden aan-
gepast met behulp van de snelheidsregelaar.
Het is in ieder geval verstandig om, elke keer als u merkt dat de motor het
toerental niet kan behouden, snelheid te vertragen. Denk eraan dat u nooit
een mooi maaibeeld krijgt als u te hard vooruit rijdt.
Bij het oversteken van een hindernis moet u het mes uitschakelen en het
maaidek in de hoogste stand zetten.

DE MAAIHOOGTE AFSTELLEN

Met de speciale hendel kunt u 7 verschillende maaihoogten instellen.
HOE U EEN MOOI MAAIBEELD KRIJGT
1. Uw gazon zal er mooier uitzien in-
dien u afwisselend in de lengte-
en in de dwarsrichting maait, dit
steeds bij een constante maai-
hoogte.
2. Als het windkanaal de neiging
heeft verstopt te raken dan moet u
uw snelheid vertragen.
Deze kan te hoog zijn met het oog
op de toestand van het te maaien
gazon. Indien het probleem blijvend is, kan dit zijn doordat het mes bot
is of doordat de windvleugels beschadigd zijn (zie hoofdstuk 8).
3. Als het gras erg hoog is, raden wij u aan het gazon in twee maal te
maaien: de eerste maal met het mes in de hoogste stand en eventuele
smallere grasstroken tegelijk en de tweede maal met het mes in de ge-
wenste stand.
4. Pas erg goed op bij het maaien van gazonboorden en langs struiken.
Deze kunnen de stand van het maaidek ontregelen en eventueel het mes
en de zijkant van het maaidek beschadigen.
1
e
versnelling
2
e
- 3
e
versnelling
4
e
versnelling
Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido