REINIGEN VAN DE LUCHTFILTER
Een vuile luchtfilter belemmert de luchtstroom naar de carburator. Om sto-
ringen van de carburator te vermijden de luchtfilter regelmatig reinigen. De
filter vaker reinigen, wanneer de motor in een uiterst stoffige omgeving ge-
bruikt wordt.
Nooit benzine of oplosmiddelen met een laag
LET OP!
vlampunt gebruiken voor het reinigen van het luchtfilterelement,
aangezien dit een brand of een explosie tot gevolg kan hebben.
De motor nooit zonder luchtfilter laten draaien, aan-
BELANGRIJK
gezien dit tot een versnelde slijtage van de motor leidt.
1. Verwijder de vleugelmoer (1) en
het luchtfilterdeksel (2). Verwijder
de elementen en haal ze los. Con-
troleer beide elementen zorgvuldig
op scheuren of gaten en vervang
als er beschadigingen zijn.
2. Sponselement (3): Het element in
warm zeepwater uitwassen, af-
spoelen en grondig laten drogen.
Naar keuze hetelement in een rei-
nigingsmiddel met hoog vlampunt
uitwassen en laten drogen. Het ele-
ment in propere motorolie dompe-
len en de overtollige olie uitknijpen.
Bij de eerste maal starten rookt de
motor, wanneer teveel olie in de
spons achterblijft.
3. Papierelement (4): Het element meerdere malen tegen een hard op-
pervlak kloppen, om overtollig vuil te verwijderen, of perslucht van bin-
nen naar buiten door de filter blazen. Nooit proberen de filter af te bor-
stelen, omdat anders het vuil in de vezels gedrukt wordt. Als het
papierelement te sterk vervuild is, dit vervangen. Reinig het element in
een warme zeepsoplossing en spoel het uit met schoon water. Droog het
vervolgens met spuitlucht van binnenuit, of schud het vocht uit het ele-
ment en laat het goed aan de lucht drogen. (Of reinig het kort in een wei-
nig ontvlambaar oplosmiddel en laat het drogen).
Vergeet niet het luchtfilterdoorvoerbuisje (5) weer aan
OPMERKING
te brengen. Vernieuw dit onderdeel indien vereist.
ONDERHOUD VAN DE BOUGIES
Aanbevolen bougies: BPR5ES (NGK).
Om te garanderen dat de motor storingsvrij draait, moet de bougie korrekt
afgesteld en vrij van aanslag zijn.
1. De bougiedop aftrekken en de
bou gies met een bougiesleutel
eruit draaien.
Wanneer de
LET OP!
mo tor juist gedraaid heeft, is de
uitlaatdemper zeer heet. Let erop
de uitlaatdemper niet aan te ra-
ken.
NL
14
2. Inspekteer de bougie met het oog.
Gooi de bougie weg als de isola-
tiemantel is gebarsten of bescha-
digd. Reinig de bougie met een
metaalborstel als deze opnieuw ge-
bruikt gaat worden.
3. Meet de elektrodenafstand met een
voeler maat. Door de massaelek-
trode te buigen de afstand eventu-
eel bij stel len. Elektrodeafstand:
0,70 - 0,80 mm.
4. Overtuig U ervan, dat de dichtings-
ring in goede staat is, dan de bou-
gie met de hand indraaien, om te
vermijden dat de draad verkeerd
ingeschroefd wordt.
5. Wanneer een nieuwe bougie hand-
vast is aangedraaid, moet deze 1/2
slag aangetrokken worden om de
dichtingsring samen te drukken.
Wanneer een oude bougie nog-
maals gebruikt wordt, deze nadat
hij handvast zit 1/8 1/4 aantrekken
om de dichtingsring samen te druk-
ken.
De bougie moet goed aangedraaid worden. Een bou-
BELANGRIJK
gie, die niet goed aangedraaid is, kan zeer heet worden en schade aan
de motor veroorzaken.
ACHTERAS
De hoeveelheid smeermiddel die fabriekswege geleverd wordt is voldoende
en hoeft niet vervangen te worden.
ACCU
Het is fundamenteel om de accu zorgvuldig te onderhouden voor een duur-
zaam bestaan.
De accu van uw machine dient steeds te worden opgeladen:
– bij het eerste gebruik na de aankoop van de machine;
– vóór elke langere periode waarin de machine niet zal worden gebruikt;
– vóór de machine na een lange periode van stilstand opnieuw in gebruik
te nemen.
Lees met aandacht de oplaadprocedures die in het instructieboekje van de
accu staan en volg ze op. Als deze procedures niet in acht worden geno-
men of als de accu niet wordt opgeladen, kan er zich onherstelbare schade
voordoen aan de elementen van de accu. Een lege accu dient zo snel als
mogelijk opgeladen te worden.
Het opladen dient uitgevoerd te worden middels de ac-
BELANGRIJK
culader "CB01" in dotarie bij de machine.
– de aanwijzingen volgen aangegeven in de desbetref fende gebruiks-
instructies;
– de aanwijzingen volgen aange-
geven in het instructieboekje van
de accu.
De machine is uitgerust met een con-
nector (1) voor het opladen, die aan-
gesloten moet worden op de o vere-
enstemmende connector van de spe-
ciale acculader van behoud "CB01".