NL
Ankerplaat voor mondstuk model HB
De ankerplaat moet worden bevestigd op de zijkant van het
voertuig, op 600 mm afstand van de uitlaatpijp. Deze afstand
kan zo nodig worden aangepast (+ 100 mm, -25 mm) door
de stelschroef in de elektromagnetische eenheid los te
draaien.
Mondstuk model HB
Bevestig de bladveer van het mondstuk op de elektro-
magnetische eenheid met de stelschroef zoals getoond
op de afbeelding. Maak de slang vast aan de magnetische
eenheid met de slangklem en gebruik de rubberring als
afdichting.
Controleer of het mondstuk,
wanneer niet aangesloten op
het voertuig, voorwaarts in de
rijrichting van het voertuig wijst.
Plaats het mondstuk op de uitlaatpijp
en maak de elektromagnetische
eenheid vast op de ankerplaat, ervoor
zorgend dat de slang correct is aang-
espannen (zie afbeeldingen rechts).
Aankoppeling van
het standaard- of
HB-mondstuk.
62
MagnaTrack LL
Stelschroef.
Wanneer de ankerplaat in de juiste
positie is bevestigd, kan het mon-
dstuk worden aangepast door het
losdraaien van de stelschroef en het
iets op- of neerwaarts verplaatsen
van de bladveer.
Wanneer de slang en het mondstuk zijn aangesloten op het voertuig, moet
de slang een bocht van 90° maken wanneer ze uit de uitlaatpijp komt.
min. 300 mm
Voorwaartse richting
van het voertuig.
X = 600 (+100 / -25) mm of 900 (+100 / -25) mm
afhankelijk van slanglengte mondstuk.
Alternatief voor
aankoppeling
van het HB-
mondstuk.