3. Plaats de groef van de eindbuis recht tegenover de nok op de rechte pijp en draai
dan de eindbuis aan totdat die vastklikt.
OPMERKING:
De hierboven genoemde eindbuis omvat in feite drie buizen, waaruit u kunt kiezen
●
al naar gelang de vereisten van uw werk.
Eindbuis (lang) (4)
–
Eindbuis (kort) (5)
–
Platte buis (6)
–
ALVORENS DE MOTOR TE STARTEN
1. Controleren en bijvullen van motorolie
1) Volg de onderstaande procedure wanneer de motorolie koud is, d.w.z. wanneer
de mistblazer niet ingeschakeld is geweest.
Inspectie:
Zet de mistblazer neer op een egale ondergrond en
●
verwijder de olievuldop. Controleer of het oliepeil tussen
de bovenste (1) en onderste (2) peilstreepjes in het
oliepeilglas (3) staat. Als de olie niet tot aan het 100 mL
peil (4) reikt, vult u dan verse olie bij.
Olie bijvullen:
Zet de mistblazer neer op een egale ondergrond en
●
verwijder de olievuldop. Vul olie bij tot aan het bovenste
peilstreepje van het oliepeilglas.
2) Over het algemeen zult u na ongeveer elke 20 gebruiksuren motorolie moeten
bijvullen. Dit interval betekent dat u de olie moet verversen voor elke 10 – 15
keer ongeveer dat u de brandstof voor de mistblazer bijvult.
3) Ververs de olie wanneer die vuil is of duidelijk van kleur veranderd is. (Zie
pag. 131 voor de werkwijze en de regelmaat waarmee u de olie moet verversen.)
Aanbevolen olie:
Originele DOLMAR motorolie of SAE10W-30 olie van
API-classificatie SF-klasse of hoger (4-takt motorolie voor
auto's)
Oliecapaciteit:
Ongeveer 0,22 L (220 mL)
LET OP:
Als de mistblazer in opslag niet precies rechtop staat, kan de olie uit het peilglas in de motor vloeien, hetgeen bij controleren van het oliepeil
●
een onjuiste oliepeilaanduiding geeft. Dit kan resulteren in het overmatig bijvullen telkens wanneer u motorolie bijvult. Zet het apparaat bij
opslag precies rechtop.
Als het oliepeil boven het maximum komt, kan de olie vuil worden en kan de motor witte rook uitstoten omdat die teveel olie verbrandt.
●
Controlepunt #1: Betreffende de olievuldop bij het olie bijvullen
Verwijder stof of vuil rond de olievulopening voordat u de olievuldop verwijdert.
●
Verwijder de olievuldop en leg deze op een schone plek, zodat er geen zand, vuil of andere ongerechtigheden aan kunnen komen. Vuil dat
●
aan de olievuldop blijft kleven kan de motorolie vervuilen als u niet oppast. Vuile olie, met zand, stof of andere zaken die er niet in thuis horen,
kan extra slijtage aan de motor veroorzaken omdat de smeerwerking van de olie teniet wordt gedaan, waardoor de motor defect kan raken.
121
(4)
(5)
(6)
(3)
(1)
(4)
(2)