8.1b
Hoekzaagsneden
- Bij hoekzaagsneden moet de verstekhoek
van het zaagblad worden ingesteld, zie hoof-
dstuk 7.2.
8.1c
Verdekte zaagsneden
Bij uitvoering van verdekte zaagsneden dient in
het bijzonder op een goede gereedschapsgelei-
ding te worden gelet. Druk hierbij het werkstuk
stevig op de tafel. Kies een zodanige zaagvolgorde
dat de reeds uitgezaagde werkstukkant niet de
aanslagkant is (terugslaggevaar).
Vóór het werk
- Verwijder de bovenste beschermkap [6-4a].
- Breng het spouwmes in de onderste vergren-
delstand [7-1] door het met kracht neer te
drukken.
Verdekte zaagsneden maken
Bij uitvoering van verdekte zaagsneden dient in
het bijzonder op een goede gereedschapsgelei-
ding te worden gelet. Druk hierbij het werkstuk
stevig op de tafel. Kies een zodanige zaagvolgorde
dat de reeds uitgezaagde werkstukkant niet de
aanslagkant is (terugslaggevaar).
Sponningen
- Stel de snijdiepte en aanslag van de eerste kant
van de sponning in.
- Voer de eerste zaagsnede van de sponning uit
door het werkstuk met de hand te geleiden. De
armen mogen zich niet in de as van het zaagblad
bevinden.
- Gebruik de duwstok [2-4] om het werkstuk
voorbij het zaagblad te leiden.
- Keer het werkstuk om.
- Stel de snijdiepte en aanslag van de tweede kant
van de sponning in.
- Voer de tweede zaagsnede van de sponning uit.
- Gebruik de duwstok [2-4] om het werkstuk
voorbij het zaagblad te leiden.
Sponningen aan werkstukken ≤ 12 mm met trek-
cirkelzaag (met geblokkeerd zaagblad)
- Gebruik de aanslag als dwarsaanslag (afbeel-
ding 3).
- Volg de instructies voor dwarssneden op (zie
hoofdstuk 8.2a).
Gebruik bij het maken van sponningen
aan de korte kant de aanslag NOOIT als
lengteaanslag.
Groeven
- Stel de zaagdiepte op het zaagblad in.
- Gebruik de aanslag als geleiding.
- Leid het werkstuk met de hand, de armen mo-
gen zich niet in de as van het zaagblad bevinden.
- Gebruik de duwstok [2-4] om het werkstuk
voorbij het zaagblad te leiden.
- Herhaal het proces tot de gewenste groefdiepte.
Na afloop van het werk
- Breng na uitvoering van verdekte zaagsneden
het spouwmes [7-1] weer in de bovenste stand
en plaats de beschermkap [6-4a].
Gecompliceerd proces voor verdekte zaagsne-
den
- bijv. invalzagen, splitsen in de omslagprocedu-
re, kerven en profielfrezen of uithollen zijn niet
toegestaan.
8.1d
Drukelement
AANWIJZING
Gebruik voor verdekte sneden een drukelement.
Monteer het drukelement aan de aanslag en de
tafel zodat het drukelement het werkstuk tijdens
het zagen stevig tegen de bodemplaat drukt. Een
drukelement maakt geen deel uit van de levering.
8.1e
Lengtesneden met hellingshoek
- Gebruik bij het in lengte zagen met hellingshoek
van materiaal met een kantlengte ≤ 150 mm
uitsluitend de linker aanslag. Dit zorgt voor
meer ruimte tussen aanslag en zaagblad.
8.2
Gebruik als trekcirkelzaag
8.2a
Dwarssneden
- Plaats het zaagblad in de achterste tafelpositie,
zie hoofdstuk 5.4 b).
- Gebruik de hoekaanslag als dwarsgeleider of
als hoekgeleider (afbeelding 3) om het werkstuk
aan te leggen en vast te houden. In de groeven
78