Contra-Indicaties; Overige Gebruiksbeperkingen; Betekenis Van De Gebruikte Waarschuwingssymbolen - Ottobock 28U24 WalkOn Reaction Instrucciones De Uso

WalkOn Reaction Junior 28U25: De orthese mag worden gecombineerd met andere dyna­
•
mische voet-/onderbeenorthesen, wanneer daardoor beter aan de biomechanische eisen kan
worden voldaan.
2.2 Indicaties
• Zwakte van de voetheffers, met of zonder lichte spasticiteit (bijv. door een CVA, traumatisch
hersenletsel, multipele sclerose, neurale spieratrofie, peronaeusverlamming of infantiele cere­
brale parese (ICP))
• Lichte beperking van de functie van de voetbuigers
• Beperking van de functie van de voetbuigers (alleen 28U25)
• Lichte beperking van de knie-extensie
• Beperking van de knie-extensie (alleen 28U25)
De indicatie wordt gesteld door de arts.

2.3 Contra-indicaties

2.3.1 Absolute contra-indicaties
• Matig ernstige tot ernstige spasticiteit in het onderbeen
• Matig ernstig tot ernstig oedeem
• Beenzweren
• Matig ernstige tot ernstige voetdeformiteiten
2.3.2 Relatieve contra-indicaties
Bij de volgende indicaties is overleg met de arts noodzakelijk: huidaandoeningen/-letsel, ontste­
kingen, hypertrofisch littekenweefsel met zwelling, roodheid en verhoogde temperatuur in het
gedeelte van het lichaam waar het hulpmiddel wordt gedragen; lymfeafvoerstoornissen alsmede
zwellingen met een onbekende oorzaak van weke delen die zich niet in de directe nabijheid van
het hulpmiddel bevinden; sensibiliteits- en doorbloedingsstoornissen in het onderbeen en de
voet.

2.4 Overige gebruiksbeperkingen

De orthese mag niet worden gebruikt om contracturen (verkortingen) enz. te voorkomen.
De orthese mag niet worden gebruikt bij sportieve activiteiten met sprongen, plotselinge bewegin­
gen of snel opeenvolgende stappen (bijv. basketbal, badminton, paardensport). Er dient met de
patiënt besproken te worden aan welke sportieve activiteiten hij wel en niet kan deelnemen.
2.5 Werking
De orthese stelt de gebruiker in staat met een natuurlijk gangbeeld te lopen. In de zwaaifase blijft
de voet in de neutrale stand. Daardoor kan de patiënt zijn been op een natuurlijke manier door­
zwaaien zonder dat hij compensatiebewegingen hoeft uit te voeren (het been blijft boven de
grond).
Wanneer de hiel contact maakt met de grond, maakt de carbonveer het mogelijk de voet gecon­
troleerd en harmonisch neer te zetten en hoeft dit niet plotseling en met veel geluid te gebeuren.
De energie die hierbij vrijkomt, wordt gebruikt voor het ondersteunen van de voet halverwege de
standfase.
Voordat de tenen loskomen van de grond, wordt de opgeslagen energie eveneens teruggegeven,
zodat deze gebruikt kan worden voor de beweging in voorwaartse richting in de zwaaifase.
3 Veiligheid

3.1 Betekenis van de gebruikte waarschuwingssymbolen

WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
36
Waarschuwing voor mogelijke ernstige ongevallen- en letselrisico's.
Waarschuwing voor mogelijke ongevallen- en letselrisico's.