12
NL
8. ONDERHOUD EN OPSLAG
Een correct onderhoud is fundamenteel om in de tijd de
oorspronkelijke efficiëntie en gebruiksveiligheid van de
machine in stand te houden.
LET OP!
– Haal de kap van de bougie.
– Wacht tot de motor voldoende afgekoeld is.
– Gebruik werkhandschoenen voor alle handelin
gen die betrekking hebben op de messen.
– Houd de mesbescherming op zijn plaats, tenzij
aan het mes zelf gewerkt moet worden.
– De olie, benzine of andere vervuilende materialen
niet in het milieu gooien.
CILINDER EN GELUIDSDEMPER
Om brandgevaar te beperken, worden de vleugels van
de cilinder regelmatig gereinigd met perslucht en wordt
de zone van de geluidsdemper vrijgemaakt van zaagsel,
takjes, bladeren of ander afval.
STARTGROEP
Om oververhitting en schade aan de motor te voorko-
men, moeten de roosters voor de aanzuiging van de
koellucht altijd schoon en vrij van zaagsel en vuil zijn.
Het starttouw moet vervangen worden bij de eerste te-
kenen van slijtage.
BEVESTIGINGEN
Controleer regelmatig of alle schroeven en moeren goed
aangezet zijn en of de handgrepen stevig vastzitten.
REINIGING VAN DE LUCHTFILTER (Afb. 17)
BELANGRIJK
filter gereinigd wordt, voor de goede werking en de le
vensduur van de machine. Werk nooit zonder filter of
met een beschadigde filter, om geen onherroepelijke
schade toe te brengen aan de motor.
De reiniging wordt uitgevoerd elke 15 werkuren.
Om de filter te reinigen:
– D ruk op de toets (1), draai het deksel (2) om en ver-
wijder het filterelement (3).
– W as het filterelement (3) met water en zeep. Gebruik
geen benzine of andere oplosmiddelen.
– Laat de filter drogen aan de lucht.
– H ermonteer het filterelement (3) en sluit het deksel
(2) weer door erop te duwen totdat u een klik hoort.
Tijdens het onderhoud:
Het is essentieel dat de lucht
ONDERHOUD EN OPSLAG
CONTROLE VAN DE BOUGIE (Afb. 18)
Periodiek wordt de bougie gedemonteerd en gereinigd,
door eventuele restjes te verwijderen met een metalen
borsteltje.
Controleer en herstel de correcte afstand tussen de
elektrodes.
Hermonteer de bougie en draai hem stevig vast met de
bijgeleverde sleutel.
De bougie moet ingeval van doorgebrande elektroden of
een beschadigde isolatie, en ieder geval elke 100 werk-
uren, vervangen worden door een bougie met analoge
karakteristieken.
REGELING VAN DE CARBURATOR
De carburator werd in de fabriek geregeld met het oog
op de beste prestaties in alle omstandigheden, met een
minimale uitstoot van schadelijke gassen, overeenkom-
stig de geldende normen.
In geval van schaarse prestaties, wendt u zich tot de
Verkoper voor een controle van de brandstoftoevoer
en de motor.
• Regeling van het minimumtoerental
LET OP!
bewegen met de motor op het minimumtoerental.
Als de snijinrichting beweegt met de motor op zijn
minimumtoerental, neem dan contact op met uw
verkoper om de motor goed af te stellen.
HOEKRETOUR (Afb. 19)
Smeren met vet op basis van lithium.
Verwijder de schroef (1) en breng het vet aan door de as
handmatig te laten draaien tot het vet naar buiten komt;
vervolgens de schroef (1) hermonteren.
SLIJPEN VAN HET MES MET 3 of 4 PUNTEN
(Afb. 20)
LET OP!
Indien het slijpen gebeurt zonder het mes te de
monteren, de bougiekap loskoppelen.
Het slijpen moet gebeuren volgens de typologie van het
mes en de bladen, met behulp van een platte vijl en op
gelijke wijze op alle punten.
De snijinrichting mag niet
Draag werkhandschoenen.