NL
DIRECTE AUDIOAANSLUITING
Afb. N Met de audioaansluiting (2) kunt u de EXL30 aansluiten op een gehoorapparaat,
ringleiding, implantaat of elk ander apparaat voor doven en slechthorenden.
Sluit een compatibele verbindingskabel aan op de poort en verbind deze met
het apparaat.
Spreek in de telefoonhoorn wanneer u de audioaansluiting gebruikt.
OPMERKING: deze poort is een TNV-aansluiting conform EN41003. Sluit op deze poort alleen
een apparaat aan dat voldoet aan EN60950.
EEN SPRAAKPROCESSOR AANSLUITEN
ADAPTERSNOER VOOR COCHLEAIRE IMPLANTAAT
Let op: voordat u een snoer aansluit op de spraakprocessor, moet u de fabrikant van uw
implantaat raadplegen.
•
Sluit het mono-uiteinde aan op de spraakprocessor.
•
Sluit het stereo-uiteinde aan op de audioaansluiting van het
telefoontoestel.
•
Spreek in de handset wanneer u het adaptersnoer voor
het implantaat gebruikt.
UITGAAND GELUID VERSTERKEN
De EXL30 kan uitgaand geluid versterken tot 15 dB. Zet de schakelaar voor uitgaand geluid op
AMPLIFY (VERSTERKEN); deze bevindt zich onderaan het telefoontoestel.
OPMERKING: de fabrieksinstelling is NORMAL.
51
M
1
M
7
M
2
M
8
M
3
M
9
M
4
M
10
M
5
M
11
M
6
®
1
2
A
3
D
B
E
C
F
4
G
5
J
6
M
H
K
N
I
L
O
7
Q
8
T
9
X
R
U
Y
S
P
V
W
Z
*
0
#
HOLD
PROG
REDIAL
FLASH
AMPLIFY
TONE
VOL
LO
HI
PROBLEMEN OPLOSSEN
PROBLEEM
Geen kiestoon.
Controleer of alle aansluitingen op de telefoon goed zijn aangesloten.
PROBLEEM
Nummer kan niet worden gekozen of wordt zeer langzaam gekozen.
Reset de toon-/pulsschakelaar (zie Toon-/pulsschakelaar instellen).
PROBLEEM
Visuele belindicator geeft weinig licht.
Controleer en vervang indien nodig de 9-volts batterij.
PROBLEEM
Er wordt geen nummer gekozen wanneer op de geheugentoets wordt gedrukt.
Er is geen nummer opgeslagen op de desbetreffende geheugenknop (zie De geheugentoetsen
programmeren).
PROBLEEM
Het gesprek komt binnen, maar de telefoon rinkelt niet.
Controleer of de telefoonaansluitkabel juist is aangesloten en de belstand goed is.
NL
52