Montage
De montage-instructies staan op de laatste
pagina van deze handleiding.
Voor de montage heeft u het volgende ge
reedschap nodig (afb. B):
1. Inbussleutel 5mm
2. Inbussleutel 4mm
De installatie moet zorgvuldig door een vol-
wassene worden uitgevoerd, zodat later onge-
vallen of verwondingen worden voorkomen.
Neem daarvoor ruim de tijd. Als u ergens niet
zeker van bent, neem dan contact op met uw
leverancier of een werkplaats.
Op sommige plaatsen moeten schroeven wor-
den aangedraaid met een bepaald koppel. Dit
koppel wordt aangeduid in Nm (bijvoorbeeld
2 Nm). Als een schroef met een te laag koppel
wordt aangedraaid, kan de verbinding te los
zitten en niet veilig zijn.
Als het koppel te groot is, kunnen schroeven
en andere onderdelen worden beschadigd of
vernield.
Afb. 1: draai het stuur 90° en richt het voorwiel
in de rijrichting.
Zorg daarbij voor correcte uitlijning van de
vork: lijn de markering „R" en „L" op de
vork naar rechts en links uit.
Stel de stuureenheid met de kopschroef
(instelschroef) zodanig in dat deze soepel en
spelingvrij beweegt (1).
Het stuur mag niet wankelen.
Draai daarna de zijdelingse schroeven (2) vast
(5-8 Nm).
Gebruiksaanwijzing
Afb. 2: barpad eerst op het stuur fixeren, daar-
na over het voorstuk trekken en sluiten.
Afb. 3: draai de remhendel in de juiste positie
en schroef deze vast met 2-3 Nm.
De rem op dit voertuig is al vooraf gemonteerd
en afgesteld door Puky.
Instellingscontrole en fijnafstelling van de rem
(V-brake).
Afb. 4: zorg ervoor dat beide remblokken pa-
rallel staan en correct zijn uitgelijnd op de velg.
Ze moeten op een afstand van ca. 1 mm onder
de bovenkant van de velg staan.
Als de instelling niet correct is, draait u de be-
vestigingsmoer van het remblok (1) los en stelt
u het geheel in zoals hierboven beschreven.
Trek aan de remhendel en draai de bevesti-
gingsmoer weer vast (5-8 Nm).
Afb. 5: de spanning van de remkabel wordt
zodanig met de borgmoer (A) ingesteld, dat de
remblokjes ca. 1,5 mm van de velg af staan.
Als er een aanpassing nodig is, moet het
uitstekende uiteinde van de draad daarna
weer op de rem worden vastgeklemd.
Afb. 6: door de instelschroef te verdraaien,
lijnt u de remarmen naar het midden toe uit.
Hiervoor is een aparte kruiskopschroeven-
draaier nodig.
Het is belangrijk de remhendels daarbij
meerdere keren aan te trekken zodat de
spanning van de remarmen gelijkmatig aan
weerszijden wordt verdeeld en de instelling
effectief wordt doorgevoerd. Het contact
tussen remblok en velg moet gelijktijdig
aan beide zijden plaatsvinden.
13
NL