Bedrijf
6. Sluit de klep van de testgascilinder en verwijder het apparaat uit
de kalibratiecradle.
Wanneer de waarden niet in de bovenvermelde bereiken liggen:
Laat het apparaat door onderhoudspersoneel instellen.
4.9.4
Kalibratie
Apparaat- en kanaalfouten kunnen ertoe leiden dat kalibratie niet
mogelijk is.
Verse lucht kalibratie uitvoeren
Stel het apparaat in met verse lucht, vrij van meetgassen of andere
storende gassen. Bij de verse lucht kalibratie wordt het nulpunt van
alle sensoren (met uitzondering van de DrägerSensor XXS O
gezet. Bij de DrägerSensor XXS O
% gezet.
1. Apparaat inschakelen.
2. Druk 3 keer op de [+]-toets, het symbool voor verse lucht kalibratie
verschijnt.
3. Druk op de OK-toets om de verse lucht kalibratie te starten.
De meetwaarden knipperen.
Wanneer de meetwaarden stabiel zijn:
a. Druk op de [OK]-toets om de kalibratie uit te voeren.
Afwisselend worden de huidige gasconcentratie en OK
weergegeven.
b. Druk op de OK-toets om de instelfunctie te verlaten of wacht
ca. 5 seconden.
Als een storing is opgetreden tijdens de verse lucht kalibratie:
a. Het storingssymbool
meetwaarde wordt voor de betreffende sensor
weergegeven.
b. In dit geval de verse lucht kalibratie herhalen. Laat de sensor
eventueel door gekwalificeerd personeel vervangen.
102
) op 0
2
wordt de weergave op 20,9 Vol.-
2
verschijnt en in plaats van de
Gevoeligheid voor een afzonderlijk meetkanaal instellen
De kalibratie van de gevoeligheid kan selectief voor afzonderlijke
sensoren worden uitgevoerd.
Bij de kalibratie van de gevoeligheid wordt de gevoeligheid van de
gekozen sensor ingesteld op de waarde van het gebruikte testgas.
Gebruik in de handel verkrijgbaar testgas.
Toegestane concentratie testgas:
Ex: 40 bis 100 % LEL
O
: 10 tot 25 vol.-%
2
CO: 20 tot 999 ppm
H
S:5 tot 99 ppm
2
Testgasconcentratie van andere gassen: Zie gebruiksaanwijzing
van de betreffende DrägerSensoren.
1. Sluit de testgascilinder aan op de kalibratiecradle.
2. Leid het testgas naar een afzuiging of naar buiten (sluit de slang
aan op de tweede aansluiting van de kalibratiecradle).
VOORZICHTIG
!
Adem het testgas nooit in. Gevaar voor de gezondheid!
Volg de gevareninstructies op van de betreffende veiligheids-
informatiebladen.
3. Schakel het apparaat in en plaats het in de kalibratiecradle.
4. Druk op de [+]-toets en houd deze 5 seconden ingedrukt om het
kalibratiemenu op te roepen, voer het wachtwoord in (wachtwoord
bij levering = 001).
5. Selecteer met de [+]-toets de functie singlegaskalibratie.
Het symbool voor gevoeligheidskalibratie
6. Druk op de OK-toets om de kanaalselectie te starten.
Het display toont knipperend het gas van het eerste meetkanaal,
bijv. ch4 - %LED.
knippert.
Dräger X-am 2500