Apparatuur Met Lijnuitgang; Een Equalizer Of Ander Apparaat; Tussenschakelen; Bijkomende Versterker - Monacor PA-5240 Manual De Instrucciones

Ocultar thumbs Ver también para PA-5240:
Opgelet!
Bij tussengeschakelde fantoomvoeding mag u
op de bijhorende microfooningangen geen on -
gebalanceerde microfoons aansluiten, omdat
ze beschadigd zouden kunnen worden.

5.3 Apparatuur met lijnuitgang

U kunt zes apparaten met lijnuitgang (b.v. cd-speler,
tuner, cassettedeck) aansluiten, telkens een appa-
raat op de kanalen 2 – 4 en drie apparaten op het
AUX-kanaal. Een signaal van de kanalen 2 – 4 heeft
prioriteit op een signaal van het AUX-kanaal. Daarom
moet u voor de toevoer van achtergrondmuziek het
AUX-kanaal met de cinch-ingangen (19) gebruiken.
1) Verbind het apparaat met de overeenkomstige
aansluitingen:
XLR/6,3 mm-combinatiejack INPUT-2 (20)
Schroefklemaansluitingen INPUT-2 tot INPUT-4
(34)
Cinch-jacks AUX INPUTS (19)
Gebruik bij de aansluiting van een stereo-
apparaat op de XLR/6,3 mm-combinatiejack (20)
een
stereo-monoadapter
(b.v.
MONACOR) en een adapterkabel (b.v. MCA-300
van MONACOR). Anders heffen de signalen van
het stereomidden elkaar op.
2) Druk in de kanalen 2 – 4 bij de aansluiting van
een apparaat met lijnuitgang op de bijbehorende
toets "Mic/Line" (35), zodat de ingang naar lijn -
niveau is geschakeld. De overeenkomstige toets
"P.H. +18 V" (36) mag niet zijn ingedrukt, zodat
de fantoomvoeding is uitgeschakeld.
3) Voor het AUX-kanaal bepaalt u met de keuze-
schakelaar "5 6 7" (3) het apparaat dat moet wor-
den beluisterd.

5.4 Een equalizer of ander apparaat

tussenschakelen

Voor de externe klankregeling kunt u b.v. een equali-
zer tussenschakelen via de jacks INSERTS (18).
1) Verbind de ingang van het apparaat met de jack
PRE OUT.
5.3 Aparatos con salida línea
Es posible conectar seis aparatos con salida línea
(p. ej. lector CD, tuner, lector de cassettes), respecti-
vamente un aparato con los canales 2 – 4 y tres apa-
ratos con el canal AUX. Una señal en los canales
2 – 4 es prioritaria sobre una señal del canal AUX.
Para alimentar una música de ambiente el canal
AUX con las entradas RCA (19) debería utilizarse.
1) Conecte los aparatos con los bornes correspon-
dientes:
Toma combinada XLR/jack 6,35 INPUT-2 (20)
Barras INPUT-2 a INPUT-4 (34)
Tomas RCA AUX INPUTS (19)
Si un aparato estéreo está conectado con la
toma combinada XLR/jack 6,35 (20), use un
adaptador mono estéreo (p. ej. SMC-1 de
MONACOR) y un cable adaptador (p. ej. MCA-
300 de MONACOR), de otro modo las señales
del centro estéreo se cancelan las unas a las
otras mutuamente.
2) En los canales 2 – 4, si un aparato con la salida
línea está conectado, pulse la tecla "Mic/Line"
(35) correspondiente para que la entrada se con-
mute en el nivel línea. La tecla "P.H. +18 V" (36)
correspondiente no debe estar pulsada, para que
la alimentación phantom esté desconectada.
3) Para el canal AUX, seleccione el aparato con el
selector "5 6 7" (3) que debe escucharse.

5.4 Insertar un ecualizador u otro aparato

Para una modificación externa de la tonalidad, es
posible insertar por ejemplo un ecualizador vía las
tomas INSERTS (18).
1) Conecte la entrada del aparato con la toma PRE
OUT.
2) Conecte la salida del aparato con la toma AMP
IN.
Consejo: una interrupción de señal aparece en el
amplificador si únicamente la toma AMP IN está
conectada o si el aparato insertado no está conec-
tado, si es defectuoso o incorrectamente conectado.
Los aparatos conectados quedan mudos.
2) Verbind de uitgang van het apparaat met de jack
AMP IN.
Opmerking: In de versterker wordt het signaal on der-
broken, wanneer alleen de jack AMP IN is aangeslo-
ten of het tussengeschakelde apparaat niet is inge-
schakeld, defect is of niet correct is aangesloten. De
aangesloten luidsprekers blijven dan ge dempt.

5.5 Bijkomende versterker

Indien er meer luidsprekers nodig zijn dan toegela-
ten voor de versterker, is een bijkomende versterker
noodzakelijk. Verbind de ingang van de bijkomende
versterker met de jack PRE OUT in het aansluitbe-
reik INSERTS (18). Het signaal voor de bijkomende
versterker wordt niet door de zoneverzwakker (6)
beïnvloed.

5.6 Druktoets voor gong en sirene

Verbind voor de afstandsbediende activering van de
gong een drukknop met de contacten "Remote
Chime" (30). Om de sirene te kunnen gebruiken,
sluit u een schakelaar aan op de contacten "Remote
SMC-1
van
Siren" (30). Om vanaf meerdere plaatsen een bedie-
ning mogelijk te maken, kunt u ook meerdere druk-
knoppen resp. schakelaars parallel schakelen.
5.7 Schakelaar voor afstandsbediend

in- en uitschakelen

Via een afzonderlijke schakelaar kunt u de verster-
ker afstandsbediend in- en uitschakelen. Verbind
hiervoor een POWER-schakelaar met de schroef-
klemaansluiting AC POWER REMOTE (26). Voor
het afstandsbediend in- en uitschakelen mag de ver-
sterker niet zijn ingeschakeld met de schakelaar
POWER (14).

5.8 Netvoeding en noodstroomvoeding

1) Als de versterker bij een eventuele stroomuitval
verder moet werken, sluit u op de klemmen DC
POWER 24 V
aan (b.v. PA-24ESP van MONACOR). Bij een

5.5 Amplificador suplementario

Si la cantidad de altavoces necesaria es superior al
autorizado por el amplificador, un segundo amplifi-
cador es necesario. Conecte la entrada del ampli
suplementario a la toma PRE OUT en el campo de
conexión INSERTS (18). La señal para el amplifica-
dor suplementario no está influido por los atenuado-
res de zonas (6).
5.6 Interruptor fugitivo para el gong y la sirena
Para una conexión a distancia del gong, conecte un
interruptor fugitivo con los contactos "Remote
Chime" (30). Para poder utilizar la sirena, conecte
un interruptor con los contactos "Remote Siren"
(30). Para permitir una activación desde varios sitios
distintos, conviene conectar en paralelo varios inte-
rruptores o interruptores fugitivos.
5.7 Interruptor para un arranque/paro
a distancia
El amplificador puede conectarse/desconectarse a
distancia vía un interruptor separado. Conecte para
eso un interruptor ON/OFF con la barra AC POWER
REMOTE (26). Para conectarse/descon ectarse a
distancia, el amplificador no debe conectarse con el
interruptor POWER (14).
5.8 Alimentación de red
y alimentación de socorro
1) Si el amplificador debe continuar funcionando en
caso de corte de alimentación, conecte en los
bornes DC POWER 24 V
alimentación de socorro 24 V (p. ej. PA-24ESP
de MONACOR). Para una longitud de cable de
4 m como mucho, una sección de cable de
2
5 mm
es necesaria.
Nota: Si los terminales DC POWER 24 V
reciben un voltaje de 24 V del alimentador de
socorro, el amplificador no se parará con el inte-
rruptor POWER (14). En caso de un fallo o de
ponerse el interruptor en la posición de paro, el
(28) een noodvoeding van 24 V
(28) una unidad de
kabellengte van maximum 4 m is een dwarsdoor-
snede van 5 mm
2
vereist.
Opmerking: Als de aansluitingen DC POWER
van de noodstroomeenheid onder de spanning
van 24 V
staan, kan de versterker met de scha-
kelaar POWER (14) niet worden uitgeschakeld.
De versterker schakelt bij een stroomuitval of in
uitgeschakelde toestand automatisch om naar de
noodvoeding.
2) Ten slotte verbindt u het meegeleverde netsnoer
eerst met de jack (24) en plugt u het in een stop-
contact (230 V~/50 Hz).
3) Ook wanneer de versterker is uitgeschakeld, ver-
bruikt hij een geringe hoeveelheid stroom. Trek
daarom de stekker uit het stopcontact en koppelt
u de noodvoeding eventueel los, wanneer u de
versterker langere tijd niet gebruikt.

6 Bediening

Als de versterker is uitgeschakeld en met de voed -
ingsspanning is verbonden, licht de LED "stand by"
(11) op.
1) Alvorens het apparaat een eerste keer in gebruik
te nemen, plaatst u de vijf ingangsregelaars
INPUT-1 tot INPUT-4 en AUX (8) evenals de
regelaars MASTER (9) in de stand nul.
2) Schakel de versterker in met de schakelaar
POWER (14) of met een schakelaar die op de
schroefklemaansluiting AC POWER REMOTE
(26) is aangesloten. De LED "stand by" gaat uit
en de LED "power" (12) licht op.

6.1 Het volume instellen

1) Draai eerst de regelaar INPUT (8) van het sig-
naal dat het sterkst moet worden gehoord, in de
stand 7 (b.v. INPUT-1 voor noodaankondigingen
op kanaal 1 met de hoogste prioriteit).
2) Plaats de zoneverzwakkers ZONE ATTENU-
ATORS (6) van de zone waar het geluid het
sterkst moet zijn, in de stand 5.
aparato se alimentará de manera automática con
el alimentador de socorro.
2) Para acabar, conecte el cable de conexión entre-
gado antes de todo a la toma de alimentación
(24) y después al 230 V~/50 Hz.
3) Mismo cuando el amplificador está apagado,
tiene un bajo consumo; saque siempre el cable
de la toma o desconecte la alimentación de soco-
rro si el amplificador no funciona durante un
periodo más largo.

6 Funcionamiento

Si el amplificador está apagado y conectado a la ten-
sión de alimentación, el LED "stand by" (11) brilla.
1) Antes de la primera puesta en marcha, ponga
antes de todo los cinco reglajes de entrada
INPUT-1 a INPUT-4 y AUX (8) y también el re -
glaje MASTER (9) en la posición cero.
2) Conecte el amplificador con el interruptor
POWER (14) o con un interruptor conectado a la
barra AC POWER REMOTE (26). El LED "stand
by" se apaga y el LED "power" (12) se enciende.

6.1 Reglaje del volumen

1) Ponga en la posición 7 el reglaje INPUT (8) de la
señal que debe escuchar lo más fuerte (por
ejemplo INPUT-1 para anuncios de urgencia en
el canal 1 con la polaridad la más grande).
2) Ponga en la posición 5 el atenuador ZONE
ATTENUATORS (6) de la zona que debe estar
sonorizada con el volumen más fuerte.
3) Efectué un anuncio vía el micro correspondiente
y con el reglaje MASTER (9), regule el volumen
máximo deseado. El LED "clip" testigo de pico de
la indicación de nivel (10) no debe brillar. El
amplificador está entonces en sobrecarga y dis-
torsionado. Gire el reglaje MASTER en función
en el otro sentido.
NL
B
E
19
loading

Este manual también es adecuado para:

Pa-548024.314024.3150