Toepassingen En Toebehoren; De Versterker Opstellen; De Montage In Een Rack; De Versterker Aansluiten - Monacor PA-5240 Manual De Instrucciones

Ocultar thumbs Ver también para PA-5240:
Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 24
De warmte die in het toestel ontstaat, moet
door ventilatie afgevoerd worden . Dek de
ventilatieopeningen niet af .
Schakel het toestel niet in resp . trek on­
middellijk de stekker uit het stopcontact:
1 . wanneer het toestel of het netsnoer
zichtbaar beschadigd zijn,
2 . wanneer er een defect zou kunnen op­
treden nadat de module bijvoorbeeld
gevallen is,
3 . wanneer de module slecht functioneert .
Het apparaat moet in elk geval hersteld
worden door een gekwalificeerd vakman .
Trek de stekker nooit met het snoer uit het
stopcontact, maar met de stekker zelf .
Verwijder het stof enkel met een droge
doek . Gebruik zeker geen chemicaliën of
water .
In geval van ongeoorloofd of verkeerd ge­
bruik, verkeerde aansluiting resp . bediening
of van herstelling door een niet­gekwalifi­
ceerd persoon vervalt de garantie en de ver­
antwoordelijkheid voor hieruit resulterende
materiële of lichamelijke schade .
Wanneer het apparaat definitief uit
bedrijf wordt genomen, bezorg het
dan voor milieuvriendelijke verwer­
king aan een plaatselijk recyclage­
bedrijf .
3 Toepassingen en
toebehoren
De versterkers PA­5240 en PA­5480 zijn
speciaal voor het gebruik in PA­installaties
van 100 V ontworpen . Ze beschikken over
uitgangen van 100 V voor maximaal 5 PA­
zones, waarvan u het volume individueel kunt
instellen . Op de vijf met elkaar mengbare in­
gangskanalen kunt u microfoons (kanalen
1 – 4) of apparatuur met lijnniveau (kanalen
2 – 5) aansluiten .
In de extra opening (1) kunt u een van de
volgende modules van MONACOR plaatsen:
geheugen voor
PA­1120DMT
digitale boodschappen
met schakelklok
PA­1140RCD
radio / cd­speler
PA­1200C
schakelklok
PA­1200RDS
AM / FM­radio
De PA­5000PTT van MONACOR, een PTT­
tafelmicrofoon, is speciaal voor deze ver­
sterkers als toebehoren ontworpen, en kan
worden aangesloten via de schroefklemaan­
sluitingen (34) van de kanalen 2 – 4 .

4 De versterker opstellen

De versterker is voorzien voor montage in
een 19"­rack (482 mm), maar kan ook als
tafelmodel gebruikt worden . In elk geval
moet de lucht door alle ventilatieopeningen
kunnen stromen, om voldoende ventilatie van
de eindversterkers te verzekeren .

4.1 De montage in een rack

Voor de montage in een rack hebt u 3 RE
(3 rack­eenheden = 133 mm) nodig . Om te
voorkomen dat het rack topzwaar wordt,
dient de versterker in het onderste gedeelte
van het rack gemonteerd te worden . De front­
plaat alleen is niet voldoende voor een veilige
bevestiging . Het toestel moet links en rechts
door rails of onderaan door een bodemplaat
extra ondersteund worden .
De hete lucht die uit de versterker wordt
geblazen, moet uit het rack kunnen worden
afgevoerd . Anders hoopt de warmte zich op
in het rack, waardoor niet enkel de verster­
ker maar ook andere apparaten in het rack
kunnen worden beschadigd . Bij een onvol­
doende warmteafvoer moet u in het rack een
ventilator plaatsen .

5 De versterker aansluiten

De in­ en uitgangen mogen enkel door een
gekwalificeerde vakman uitgevoerd worden
en in elk geval wanneer de versterker uitge­
schakeld is!
Diverse aansluitingen, bv . deze voor de
luidsprekers, bevinden zich onder de be­
schermkap (15) . Om de aansluitingen tot
stand te brengen, schroeft u de kap los .
WAARSCHUWING De versterker mag niet
zonder de beschermkap
(15) worden bediend . Im­
mers, tijdens het bedrijf
voeren de luidsprekeraansluitingen (16, 25)
gevaarlijke spanningen tot 100 V . Schroef
de beschermkap na het aansluiten opnieuw
vast, zodat de contacten niet kunnen wor­
den aangeraakt .
5.1 De luidspreker
1) Ofwel sluit u luidsprekers van 100 V voor
de vijf PA­zones aan op de klemmen ATT
ZONE OUTPUTS (16)
Opgelet! In elke PA­zone mag de be­
lasting door de luidsprekers van 100 V
max . 100 W RMS bedragen, maar mag
de toegelaten totale belasting van alle
luidsprekers niet worden overschreden:
240 W RMS (PA­5240) resp .
480 W RMS (PA­5480)
2) Ofwel sluit u een luidsprekergroep met
een totale impedantie van minstens 8 Ω
aan op de klemmen COM (22) en 8 Ω (23) .
De zoneverzwakkers (6) beïnvloeden deze
uitgang niet .
3) Let bij de aansluiting steeds op de correcte
polariteit . Bij de 8 Ω­aansluiting is de klem
COM de negatieve pool en de klem 8 Ω
de positieve pool . De positieve aansluiting
van de luidsprekerkabel is altijd speciaal
gemarkeerd .
4) Bijkomende luidsprekers van 100 V waar­
van het volume niet door de zoneverzwak­
kers (6) moet worden gedempt, kunnen
op de klemmen COM (22) en 100 V (25)
worden aangesloten . De totale belasting
van deze luidsprekers en van de luidspre­
kers op de klemmen ATT ZONE OUTPUTS
mag daarbij niet worden overschreden (zie
boven aanwijzing "Opgelet") .
5.2 Microfoons
Er kunnen vier microfoons worden aange­
sloten, telkens een microfoon op de kanalen
1 – 4:
1 . In het kanaal 1 op de jack MIC (7) op
het frontpaneel of op de jack XLR /
6,3 mm­combinatiejack INPUT­1 (21)
Een signaal van het kanaal 1 heeft prioriteit
op alle andere signalen, d .w .z . de andere
signalen worden in volume automatisch
gedempt, wanneer u in de microfoon op
kanaal 1 spreekt .
2 . In het kanaal 2 op de XLR / 6,3 mm­com­
binatiejack INPUT­2 (20) of op de schroef­
klemaansluiting (34) eronder*
3 . In het kanaal 3 op de schroefklemaanslui­
ting INPUT­3 (34)* .
4 . In het kanaal 4 op de schroefklemaanslui­
ting INPUT­4 (34)*
* Opmerking: Bij de microfoon PA­5000PTT
wordt het geluidsvolume van het AUX­kanaal bij
het indrukken van de spreektoets automatisch
verminderd .
U kunt de schroefklemaansluitingen (34) ge­
makkelijkheidshalve uit de insteekverbinding
van het apparaat trekken en direct na de aan­
sluiting opnieuw in pluggen .
1) Verbind de microfoons met de overeen­
komstige aansluitingen .
De microfoons PA­5000PTT op de
schroefklemmenrij (34) aansluiten, zodat
de gong van deze microfoons geactiveerd
en het geluidsvolume van het AUX­kanaal
verminderd kan worden .
2) Bij aansluiting van een microfoon mag de
toets "Mic / Line" (35) van de kanalen 2 – 4
niet zijn ingedrukt, zodat de ingang micro­
foongevoelig is geschakeld .
3) Bij gebruik van een microfoon met fan­
toomvoeding drukt u op de overeenkom­
stige toets "P .H . +18 V" (36, 37) . De mi­
crofoon wordt via de versterker met een
spanning van 18 V gevoed .
Opgelet! Bij tussengeschakelde fan­
toomvoeding mag u op de bijhorende
microfooningangen geen ongebalan­
ceerde microfoons aansluiten, omdat ze
beschadigd zouden kunnen worden .

5.3 Apparaten met lijnuitgang

U kunt zes apparaten met lijnuitgang (bv .
mp3/cd­speler, tuner, cassettedeck) aanslui­
ten, telkens een apparaat op de kanalen 2 – 4
en drie apparaten op het AUX­kanaal .
1) Verbind de apparaten met de overeenkom­
stige aansluitingen:
– XLR / 6,3 mm­combinatiejack INPUT­2 (20)
– Schroefklemaansluitingen INPUT­2 tot
INPUT­4 (34)
– Cinch­jacks AUX INPUTS (19)
Gebruik bij de aansluiting van een stereo­
apparaat op de XLR / 6,3 mm­combinatiejack
(20) een stereo­monoadapter (bv . SMC­1
van MONACOR) en een adapterkabel (bv .
MCA­300 van MONACOR) . Anders heffen
de signalen van het stereomidden elkaar op .
2) Druk in de kanalen 2 – 4 bij de aansluiting
van een apparaat met lijnuitgang op de
21
Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

Pa-548024.314024.3150

Tabla de contenido