Veiligheidsinstructies
De autoradio is conform de huidige stand van de
techniek en erkende veiligheidstechnische voor-
schriften geproduceerd. Toch kunnen er gevaren
ontstaan wanneer u de veiligheidsinstructies in
deze handleiding niet aanhoudt.
Deze handleiding bevat belangrijke informatie
voor het eenvoudig en veilig inbouwen en bedie-
nen van de autoradio.
•
Lees deze handleiding zorgvuldig en volledig
door, voordat u de autoradio gebruikt.
•
Bewaar deze handleiding zodanig, dat deze te
allen tijde voor alle gebruikers toegankelijk is.
•
Geef de autoradio altijd samen met deze hand-
leiding aan derden door.
BELANGRIJK!
Houd de veiligheidsinstructies voor dit
apparaat aan zoals opgenomen in de
gebruiksaanwijzing en inbouwhand-
leiding.
Houd u tevens de handleidingen van de appa-
raten aan die in combinatie met deze autoradio
worden gebruikt.
Gebruikte symbolen
In deze handleiding worden de volgende symbo-
len gebruikt:
GEVAAR!
Waarschuwt voor persoonlijk letsel
Het CE-teken bevestigt dat de EU-richt-
lijnen zijn aangehouden.
u
Geeft een handeling aan
•
Geeft een opsomming aan
Veiligheidsinstructies | Over Bluetooth®
Over Bluetooth®
U kunt de autoradio via Bluetooth® met andere
Bluetooth®-geschikte apparaten zoals mobiele
telefoons of MP3-spelers verbinden. Zo kunt u
de autoradio met zijn geïntegreerde microfoon
als handsfree-installatie voor verbonden mobiele
telefoons gebruiken en de audioweergave van
andere Bluetooth®-apparaten regelen en via de
luidsprekers van de autoradio weergeven (Blue-
tooth®-Streaming).
Opmerking:
U kunt voor het handsfree-telefoneren ook
een externe microfoon aansluiten (zie gebruiks-
aanwijzing en inbouwhandleiding, hoofd stuk
"Inbouwhandleiding").
De Bluetooth®-technologie is een draadloze ver-
binding met beperkte reikwijdte. Daarom moe-
ten Bluetooth®-apparaten voor het realiseren en
handhaven van een verbinding zich in de buurt
van de autoradio (in het voertuig) bevinden.
Om een Bluetooth®-verbinding op te zetten, moet
u de autoradio en het Bluetooth®-apparaat eerst
koppelen. Wanneer u de apparaten koppelt, wordt
aansluitend een automatisch een Bluetooth®-
verbinding gerealiseerd. Deze verbinding blijft
bestaan zolang het Bluetooth®-apparaat binnen
de reikwijdte blijft. Wanneer de verbinding wordt
onderbroken, bijv. omdat u met de telefoon
buiten de reikwijdte komt, wordt de verbinding
automatisch weer hersteld, wanneer u zich weer
binnen de reikwijdte bevindt.
U kunt steeds slechts één mobiele telefoon en
streaming-apparaat met de autoradio verbinden.
Wanneer u een nieuw apparaat met de autora-
dio verbindt, wordt in dat geval de eventuele
verbinding met een actueel verbonden apparaat
automatisch verbroken. De autoradio laat echter
tot maximaal 5 verschillende Bluetooth®-appara-
ten gekoppeld en u kunt elk van deze apparaten
steeds snel en gemakkelijk weer verbinden met de
autoradio.
49