3.4.4 DE BANDENSPANNING CONTROLEREN
Controleer de bandenspanning, voordat u de machine in gebruik neemt.
80 - 120
kPa
De luchtdruk in de banden voor en achter moet tussen 80 -120 kPa liggen.
Het verschil in bandenspanning mag zijn ± 10 kPa.
Overschrijd niet de maximale bandenspanning die op de banden staat vermeld.
212