4 INSTALLATIE
4. Leid de draad van de spoel door de inlaatgeleiding langs de groef van de aandrijfrol en in
de buis van de uitlaatgeleiding.
5. Laat de drukroleenheid zakken en pas de druk van de aandrijfrol aan om er zeker van te
zijn dat de draad niet wegglijdt, maar niet te strak, want dan ontstaat een te hoge druk.
6. Schakel de stroombron en de draadaanvoereenheid in.
7. Druk op de schakelaar van de lastoorts of bedien de JOG-schakelaar om draad door de
toorts te leiden.
4.6
Remweerstand aanpassen
LET OP!
Schakel de stroombron en de draadaanvoereenheid uit.
Wrijving van remschijven moet voor voldoende weerstand zorgen om te voorkomen dat de
draadspoel vrij gaat tollen nadat de draadaanvoereenheid stopt.
De remnaaf is al afgesteld bij aflevering, maar indien deze bijgesteld moet worden, volgt u
onderstaande instructies. Stel de remnaaf zo in dat de draad een beetje slap hangt als de
draadtoevoer stopt.
1. Als u het remmoment wilt verhogen, gebruikt u een stiftsleutel van 5/16" (8 mm) en draait
u de instelschroef voor de remweerstand (1) rechtsom.
2. Als u het remmoment wilt verlagen, gebruikt u een stiftsleutel van 5/16" (8 mm) en draait
u de instelschroef voor de remweerstand (1) linksom.
0558 012 634
- 236 -
© ESAB AB 2015