4 INSTALLATIE
4.2
Selectie van aandrijfrollen en geleidebuizen
WAARSCHUWING!
Als de draadaanvoereenheid op de stroombron is aangesloten, kan de werkkabel
van de stroombron worden aangesloten op het werkstuk en kan de stroombron
worden ingeschakeld. Door de schakelaar van de lastoorts te sluiten, wordt de
lasdraad elektrisch geladen en gaan de aandrijfrollen draaien. Houd u vingers uit
de buurt!
De aandrijfrollen hebben twee groeven. Afhankelijk van het bestelde onderdeelnummer
wordt de eenheid gebruiksklaar geleverd voor de aanvoer van gevulde draden met een
diameter van 0,045", 0,052" of 1/16" (1,2 - 1,6 mm) of harde draden met een diameter van
0,035 - 0,045 (0,9 - 1,2 mm).
Er zijn andere aandrijfrollen leverbaar om andere formaten harde, zachte en gevulde
lasdraden aan te voeren. Zie het selectieschema voor aandrijfrollen en geleidebuizen in het
hoofdstuk SLIJTDELEN.
Twee lagere aandrijfrollen zijn vereist voor systemen met vier aandrijfrollen.
4.3
Aandrijfrollen en geleidebuizen installeren
LET OP!
Schakel de stroombron en de draadaanvoereenheid uit.
1. Ontgrendel de hendel van de drukroleenheid (1) en til de drukroleenheid (2) omhoog.
2. Verwijder de kartelschroef (3) terwijl u de aandrijfrol (4) vasthoudt.
3. Controleer en installeer de juiste geleidebuizen.
0558 012 634
- 234 -
© ESAB AB 2015