BEDIENINGSELEMENTEN EN FUNCTIES
Afstandsbediening
1
OPEN/CLOSE
2
SOURCE
3
4
1
4
5
7
0
SHUFFLE
6
7
8
9
HOME
0
SETUP
A
B
INPUT
6
Nl
C
PURE DIRECT
DISPLAY
D
2
3
5
6
8
9
PROGRAM
CLEAR
E
F
REPEAT
A/B
G
H
ENTER
I
RETURN
NOW PLAYING
MODE
J
FOLDER
AMP
K
VOLUME
MUTE
1 Signaalzender op afstandsbediening
Verstuurt infraroodsignalen naar het hoofdtoestel.
2 OPEN/CLOSE
Opent of sluit de schijflade.
3 SOURCE (☞ p. 14, 16, 18, 20, 22)
Hiermee kunt u een audiobron selecteren. Met elke druk op
de knop wordt de audiobron als volgt gewijzigd.
CD → USB → SERVER → NET RADIO → terug naar CD
4 PURE DIRECT
Schakelt de PURE DIRECT-modus in of uit. De PURE
DIRECT-modus zorgt voor een betere audiokwaliteit.
5 Numerieke knoppen (☞ p. 18)
Hiermee selecteert u rechtstreeks een nummer op de schijf of
in de huidige map.
6 SHUFFLE (☞ p. 15, 18, 21, 22)
Wisselt de willekeurige weergave.
7 REPEAT (☞ p. 15, 18, 21, 22)
Wisselt de herhaalde weergave.
8 Afspeelknoppen (☞ p. 14, 16, 18, 21, 22, 23)
(Afspelen)
Start het afspelen.
(Stoppen)
Stopt het afspelen.
(Pauzeren)
Pauzeert het afspelen.
(Achteruit springen)
Springt achteruit.
(Vooruit springen)
Springt vooruit.
/ / /
(Cursorknoppen)/ENTER
Gebruik de cursorknoppen om een item te selecteren en druk
op ENTER om de keuze te bevestigen.
9 HOME (☞ p. 14, 16, 21, 22)
Toont het hoogste niveau van het menu op de display van het
voorpaneel.
0 NOW PLAYING (☞ p. 15, 17, 21, 22)
Toont de weergaveinformatie op de display van het
voorpaneel.
A SETUP (☞ p. 23)
Toont het setup menu op de display van het voorpaneel.
B FOLDER ( / ) (☞ p. 18)
Wijzigt de afspeelmappen bij het afspelen van muziek op een
data-cd.
C A (Aan/uit) (☞ p. 10)
Schakelt het toestel in of uit of activeert de stand-bystand.
y
Raadpleeg "Voorpaneel" (☞ p. 5) voor meer informatie over
de stand-bystand.
D DISPLAY (☞ p. 15, 17, 18, 21, 22)
Wijzigt de informatie die weergegeven wordt op de display
van het voorpaneel (bv. afspeelinformatie).